2M week 19 lesson 2

2M week 19
Start by putting your books on the table and reading your reading book , no reading book, please report it and start copying the pages of irregular verbs (120,121). Start getting chromebooks.
timer
10:00
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2M week 19
Start by putting your books on the table and reading your reading book , no reading book, please report it and start copying the pages of irregular verbs (120,121). Start getting chromebooks.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Last lesson
Last lesson you made the Selftest of unit 5. You had to fill in percentages. So now you know what you have to study for unit 5

Slide 2 - Tekstslide

Do you think this was usefull?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 3 - Poll

Some people fill in 100% when they don't deserve it. Do you think that works?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 4 - Poll

Why doesn't it work?

Slide 5 - Open vraag

Some people don't test themselves but look things up (neighbour or lists) Good idea?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 6 - Poll

Targets this lesson
-test yourself on reading/ vocab
-know all about the plural
-know all about much and many

Slide 7 - Tekstslide

Lesson 1
Excercises 1/2/3 we will do together
Then you test your vocab with excercises 4/5
Finally we will learn some grammar

Slide 8 - Tekstslide

Plural

Slide 9 - Tekstslide

Meervoudsvorm
Gebruik: Om meervoud aan te geven. 
Vorm: ww+s

Let op!! Je schrijft de -s altijd vast aan het woord

Maar.... er zijn natuurlijk uitzonderingen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting:
Algemeen+s
  • Dog - Dogs
  • Teacher - teachers

eindigt op:  f(e) --> f=ves
  • Leaf - Leaves
  • Wife - Wives



Medeklinker + Y --> y=ies
  • Party - Parties
    Klinker + Y --> ys
  • Boy - Boys
O --> oes 
  • Tomato - Tomatoes 
Sis klink (s/sh/ch) --> +es
  • Coach - Coaches
  • Box - Boxes

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

1 glass - 2 .....

Slide 19 - Open vraag

1 tweezer - 2 .......

Slide 20 - Open vraag

1 dish - 2 ......

Slide 21 - Open vraag

1 hero - 2 .......

Slide 22 - Open vraag

1 country- 2

Slide 23 - Open vraag

1 apple - 2 .....

Slide 24 - Open vraag

Wat betekent Plural?

Slide 25 - Open vraag

Hoe maak je ook al weer de plural?

Slide 26 - Open vraag

Meervoud van:
phone
A
phonez
B
phones
C
phonees
D
phone

Slide 27 - Quizvraag

Meervoud van:
wolf
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 28 - Quizvraag

Meervoud van:
child
A
childs
B
childes
C
childern
D
children

Slide 29 - Quizvraag

Meervoud van:
pizza
A
pizza's
B
pizzas
C
pizza'z
D
pizzaz

Slide 30 - Quizvraag

Woorden die veranderen
Woorden die alleen meervoud zijn
woman
tooth
jeans
child
sissors
man

Slide 31 - Sleepvraag

Grammar
Now do excercise 6

Slide 32 - Tekstslide

Much and many
What do these words mean?

Slide 33 - Tekstslide

Much and many
What do these words mean?
Much + many betekenen beide 'veel'
Much gebruik je als je het woord dat erna komt NIET kan tellen.
Many gebruik je als je het woord dat erna komt WEL kan tellen.

Slide 34 - Tekstslide

Het gaat erom of je het woord kan tellen!

Slide 35 - Tekstslide

Welke woorden hieronder kan je tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Grapefruit
B
Knowledge
C
Water
D
Bottle

Slide 36 - Quizvraag

Welke woorden hieronder kan je niet tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Money
B
Sand
C
Dollar
D
Face mask

Slide 37 - Quizvraag

Much:

Woorden die je niet kan tellen (er kan geen 1, 2, 3 voor)

I don't have much knowledge about cars. 

I had so much fun yesterday!
Many:

Woorden die je kan tellen (er kan wel 1, 2, 3 voor)

Many teenagers like the game Fortnite

I don't know how many episodes I watched.

Slide 38 - Tekstslide

Translate:
Veel koeien (use much/many)

Slide 39 - Open vraag

Translate:
Veel geld (use much/many)

Slide 40 - Open vraag

Translate:
Veel bloemen (use much/many)

Slide 41 - Open vraag

Telbare woorden krijgen 'many'
Met telbare woorden worden woorden bedoeld waar je '1, 2, 3, 4, 5, 6, enz' voor kan zetten. 

Table is telbaar (one table, two tables, enz)
Apple is telbaar (I have three apples)
Laptop is telbaar (there are more than 20 laptops in this room)

Slide 42 - Tekstslide

Telbare woorden krijgen 'many'
Alle woorden die je kan tellen krijgen 'many' als je 'veel' wilt aangeven. 

There are many children in this classroom. 
I have many books at home
There are many people in the world

Slide 43 - Tekstslide

Waar wordt 'veel bloemen' juist vertaald?
A
Much flowers
B
Many flowers

Slide 44 - Quizvraag

Waar wordt 'veel water' juist vertaald?
A
Much water
B
Many water

Slide 45 - Quizvraag

Waar wordt 'veel plezier' juist vertaald?
A
Much fun
B
Many fun

Slide 46 - Quizvraag

Waar wordt 'veel honden' juist vertaald?
A
Much dogs
B
Many dogs

Slide 47 - Quizvraag

Grammar
Now do excercise 7

Slide 48 - Tekstslide

I get the plural now...
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 49 - Poll

I know the difference between much & many
(ik ken het verschil tussen much & many)
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 50 - Poll

When done...
read your book!

Slide 51 - Tekstslide