2E Erfelijkheid en evolutie BS7

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een fossiel?
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen, of afdrukken van organismen in gesteenten.

Slide 2 - Tekstslide

Fossielen

Versteende afdrukken

of

Versteende fossielen

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ontstaat een fossiel? (fossileren)
Vaak blijven alleen harde delen over van het organisme.

Slide 4 - Tekstslide

Reconstructie





Reconstructie laat ons zien hoe het organisme er ongeveer uit heeft moeten zien.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Basis: aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 5 van 5.7: fossielen.
Klaar? Ga basisstof 4, 6 en 7 leren.

Slide 8 - Tekstslide

Rafael:
Uitleg basisstof 6, genen en eiwitten

Slide 9 - Tekstslide

Chromosomen
In een lichaamscel: paren
= 46 chromosomen
= 23 chromosoomparen

Slide 10 - Tekstslide

Gen & genenpaar
Gen
- deel  van het chromosoom
- op een chromosoom dus meerdere genen


Genenpaar
- chromosomen komen in paren voor
- een genenpaar bevat de informatie voor één erfelijke eigenschap 

Slide 11 - Tekstslide

2 x gen voor haarkleur
gen: rood haar
gen:
rood haar

Slide 12 - Tekstslide

2 x gen voor haarkleur 
(alleen informatie dat erop staat is anders)
gen: donker haar
gen:
rood haar

Slide 13 - Tekstslide

Geslachtscellen
Zijn eicellen en zaadcellen. 
Chromosomen komen enkelvoudig voor.

Van elk chromosoompaar, komt er 1 chromosoom in de geslachtscel. 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt uitleggen dat cellen alleen de informatie gebruiken die ze nodig hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Eiwitten

Slide 16 - Tekstslide

Eiwitten
Stoffen in je lichaam die voor een groot deel de kleur, vorm en werking van je lichaam bepalen.

Belangrijkste bouwstoffen van ons lichaam

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Actief en inactieve genen
.
.
Alle cellen hebben dezelfde informatie op hun DNA staan.
De manier van lezen is anders. Je haar wordt anders gelezen dan je lever. 

Slide 19 - Tekstslide

Rafael: aan de slag!
Maak van 5.7: genen en eiwitten, opdracht 1, 2 en 3.
Klaar? Kijk basisstof 5 en 7 na. 

Slide 20 - Tekstslide