2VMBO Taalverzorging H4 Verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

2KB H4 Taalverzorging

Verwijswoorden

Doelen

- je weet wat verwijswoorden zijn

- je weet dat ook je, jouw, me, mijn ect. verwijswoorden zijn.

- Je weet hoe je deze verwijswoorden moet gebruiken.

Herhaling H3

De-woorden -> die of deze, hij of zij (ze)

Het-woorden -> dit of dat, het

Dat lijkt me een leuk boek. Ik denk dat ik [..........] ga kopen.

Welk verwijswoord moet er op de stippellijn staan?

Ik heb het boek [............] ik leuk vind cadeau gekregen.

Welk woord moet er op de stippellijn staan?

1. die
2. dit
3. deze
4. dat

Je hebt een opdracht niet gemaakt. Ik wil dat je [.............] alsnog maakt.

Welk woord moet er op de stippellijn staan?

1. die
2. dit
3. deze
4. dat

Die stoel staat wel erg in de weg. Wil je [...........] even wegzetten?

Welk woord moet er op de stippellijn staan?

1. hem
2. haar
3. deze
4. dat

Deze boormachine is kapot. Kun je [...........] repareren?

Welk woord moet er op de stippellijn staan?

1. hem
2. haar
3. dit
4. dat

De hond heeft de sokken van mijn vader gejat. Ze liggen nu onder de trap.

'Ze' verwijst naar

1. de hond
2. de sokken van mijn vader
3. mijn vader
4. gejat

De hond heeft de sokken van mijn vader gejat. Ze liggen nu onder de trap.

'Ze' verwijst naar

1. de hond
2. de sokken van mijn vader
3. mijn vader
4. gejat

Dit is een boek van [......].

1. mij
2. mijn

Ik heb hem laten weten waar [...........] boek ligt.

1. hem
2. zijn

Dat boek is toch van [.................]?

1. jou
2. jouw

Kunt u het aan [...............] uitleggen?

1. hij
2. hem

Ik denk dat ik [.................] uitleg beter begrijp.

1. jou
2. jouw

Zelfstandig werken

Ga naar de planning in NN online.

Maak de planning H4 verwijswoorden deel 2.

Huiswerk voor donderdag 8 december

Ik weet wat verwijswoorden zijn.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de juiste verwijswoorden gebruiken.

😒🙁😐🙂😃