Werknemersvaardigheden

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1
• Leerroute 3

Werknemersvaardigheden

De les

- Omgaan met klasgenoten

- Op werk

- Omgaan met de juf en meester

- In de supermarkt

Hoe ga je om met je klasgenoten?

Hoe praat je met een klasgenoot?

1. Rustig en aardig
2. Schreeuwend en met scheldwoorden
3. Respect
4. Je luistert naar een ander

Op je werk

Hoe heet iemand waarmee je werkt?

1. Een vriend
2. Een collega
3. Een klasgenoot

Kun je tijdens je werk de hele tijd praten met je collega

1. Ja
2. Nee

Waarom kan dat niet?

Wat draag je op je werk?

1. Nette kleding
2. Vieze kleding
3. Werk uniform
4. Pyjama

Mag je te laat komen op werk?

1. Ja
2. Nee

Waaro

Omgaan met de juf en meester

Hoe praat je tegen de juf of meester?

Wat doe je als je hulp wilt van de juf of meester?

1. Je gaat schreeuwen naar de juf of meester
2. Je steekt je vinger op en wacht op je beurt
3. Je loopt naar de juf toe en vraagt om hulp

De juf is bezig met een andere leerling, maar je hebt hulp nodig. Wat doe je?

1. Je loopt naar de juf toe en vraagt of ze zo bij jou komt
2. Je stoort de juf bij de andere leerling
3. Je steekt je vinger op en wacht rustig op je beurt.
4. Je roept naar de juf dat je hulp wilt

In de supermarkt...

Stel je voor...

Welke supermarkten ken jij?

Je kan iets niet vinden in de supermarkt. Wat doe je?

1. Rustig naar een medewerker lopen en vragen waar het product ligt.
2. Middenin de winkel schreeuwen om hulp.
3. Zelf zoeken

Hoe vraag je hulp aan een medewerker?

Heb jij wel eens iets gevraagd aan een medewerker in de supermarkt?

Ja

Nee