1.2 Hoe leefden de eerste boeren?


Blz. 19
1.2 Het leven van de eerste boeren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Blz. 19
1.2 Het leven van de eerste boeren

Slide 1 - Tekstslide

  • Tot ± 11.000 jaar geleden 

  • Jagen, verzamelen en vissen

  • Vlees, vis en wilde groenten, kruiden, noten en bessen
  • Groepen van een of twee families

  • Jachtkamp, geen vaste woonplaats

  • Tenten van dierenhuiden en hout

  • Weinig bezittingen: kleding, werktuigen en sieraden
  • Ongeschreven bronnen werktuigen en grotschilderingen

Slide 2 - Tekstslide

Lesvraag
  • Waarom stapten de jager-verzamelaars over op landbouw?
  • Wat is de landbouwrevolutie?
  • Hoe verschilt de landbouwsamenleving van de samenleving
      van jager-verzamelaars?

Slide 3 - Tekstslide

Blz. 19

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Landbouw
Akkerbouw en veeteelt samen.
Blz. 20
Veeteelt
Door het tam maken en fokken van schapen, geiten en koeien ontstond de veeteelt

Akkerbouw
Jager-verzamelaars in het Midden-Oosten werden zo’n 11 000 jaar geleden boeren. Ze ontdekten dat je plantaardig voedsel kon verbouwen. Dit heette akkerbouw.

Slide 6 - Tekstslide

Landbouwrevolutie
Hoe noemen we de grote overgang van jagen en verzamelen naar landbouw?
  • de landbouwrevolutie

Wat is een revolutie?
  • een grote verandering in de geschiedenis
      van de mensen.

Welke samenleving ontstond er rond 5300
v.C. in Nederland?
  • landbouwsamenleving



Slide 7 - Tekstslide

In een landbouwsamenleving...
Stevige huizen
Mensen wonen op een vaste plek in stevige huizen, gemaakt van hout, stro en leem.
Voedsel
Eten mensen vooral gewassen van hun akkers, zoals graan en mais. Er wordt ook nog steeds gejaagd.
Werktuigen
Nieuwe werktuigen, zoals de hakbijl.
Bezit
Mensen hebben meer spullen, omdat ze op een vaste plek wonen. Sommige mensen hebben veel spullen, anderen minder. Daardoor komt er verschil tussen arm en rijk.

Slide 8 - Tekstslide

  1. Hoe heet een grote verandering?
  2. Wat wordt er bedoeld met de landbouwrevolutie?
  3. Waar is de landbouw als eerste ontstaan?
Blz. 21

Slide 9 - Tekstslide

Werktijd
 1. Lees de leerstof op blz. 19-20
timer
10:00
 2. Maak opdracht 2 t/m 5
 4. Flipkaarten
Extra
HW

Slide 10 - Tekstslide


Blz. 19
1.2 Het leven van de eerste boeren

Slide 11 - Tekstslide

Europa heeft een landbouw-samenleving
De landbouw wordt ontdekt in het Midden-Oosten
De eerste boeren kwamen naar Nederland

Slide 12 - Sleepvraag

  1. Wat veranderde er in de landbouwsamenleving?
  2. Wat bleef hetzelfde in de landbouwsamenleving? 
Blz. 22

Slide 13 - Tekstslide



  1. Waarom ontstond er een verschil in arm en rijk in de landbouwsamenleving?
Blz. 22

Slide 14 - Tekstslide




  1. Wat betekent cultuur?
  2. Hoe worden de grafkamers van de boeren in Drenthe genoemd?
Blz. 23

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Zijn de hunebedden gebouwd door jager-verzamelaars of door boeren? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Werktijd
 1. Lees de leerstof op blz. 22-23
timer
10:00
 2. Maak opdracht 6 t/m 10
 3. Maak flipkaarten van 1.2
HW

Slide 18 - Tekstslide

  • Tot ± 11.000 jaar geleden 

  • Jagen, verzamelen en vissen

  • Vlees, vis en wilde groenten, kruiden, noten en bessen
  • Groepen van een of twee families

  • Jachtkamp, geen vaste woonplaats

  • Tenten van dierenhuiden en hout

  • Weinig bezittingen: kleding, werktuigen en sieraden
  • Ongeschreven bronnen werktuigen en grotschilderingen
  • Vanaf ± 11.000 jaar geleden tot 3000 v.C.
  • Landbouw: akkerbouw en veeteelt

  • Granen, groenten en vlees

  • Grotere groepen dan jager-verzamelaars
  • Vaste huizen in dorpen

  • Hout en riet

  • Veel bezit. Er ontstaan verschillen tussen arm en rijk.
  • Ongeschreven bronnen en hunebedden

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Begrip-kaartjes maken
  • Knip 9 kaartjes uit.
  • Gebruik blz. 40 in het boek.
  • Schrijf de begrippen van 1.1 op de    één kant van de flipkaarten.
  • Schrijf de juiste betekenis op de
      achterkant. Je mag er een
      tekening/ symbool bijzetten. 

timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen leren
  • Tweetallen
  • Overhoor elkaar:
     Betekenis → begrip
     Begrip → betekenis
  • Maak stapeltje: GOED en FOUT
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide