H4 Literatuur 14 Een onbekende trekvogel en Literatuur 15 Huilbaby


Welkom 
h4b!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
h4b!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Leerwerkcheck
  2. Literatuur 14: Een onbekende trekvogel
  3. Literatuur 15: Huilbaby
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een round en een flat character?

Slide 3 - Open vraag

Is er in jouw gelezen boek sprake van een round of een flat character?

Slide 4 - Open vraag

Wanneer is er sprake van een contrasterende ruimte?

Slide 5 - Open vraag

Wanneer is er sprake van een functionele ruimte? Geef ook een voorbeeld van een functionele ruimte.

Slide 6 - Open vraag

Wat is een alwetende of auctoriale verteller?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een hij/zij-verteller en een alwetende verteller?

Slide 8 - Open vraag

Van wat voor soort verteller is er sprake in jouw gelezen boek? Geef een citaat uit je boek ter illustratie.

Slide 9 - Open vraag

Kun je een flash forward hebben in een verhaal met een ik-perspectief? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Wat is een open plek?

Slide 11 - Open vraag

Kader Abdolah kwam in 1988 op 34-jarige leeftijd als politieke vluchteling uit Iran in Nederland terecht. Hoewel hij zich als vreemdeling eerst de taal van zijn nieuwe vaderland moest eigen maken, is hij al gauw uitgegroeid tot een van de meest gelezen Nederlandse auteurs.

Slide 12 - Tekstslide

Motief = een beeldspraak, een uitspraak van een personage of een zin van de verteller, een handeling, een gedachte of een ander element dat telkens terugkomt in het verhaal en verwijst naar het thema.
Thema = het belangrijkste onderwerp, de boodschap van het verhaal.

Slide 13 - Tekstslide

De onbekende trekvogel
  1. De titel verwijst naar de ik-figuur, hij is een onbekende trekvogel, een asielzoeker.
  2. De woorden, handelingen en gebeurtenissen zijn een metafoor voor de asielzoekersproblematiek.
  3. De motieven van dit verhaal zijn: het onderzoeker of prepareren van de trekvogels; het feit dat Gerrit niet in de ik is geïnteresseerd; de V-formatie; groene ogen; de regen; de koude lucht; de bevroren plas; de plastic zak; de akelige kelder met de oude diepvries. Het thema van dit verhaal is verlangen naar vrijheid en het gevoel van ontheemding en miskenning in een vreemd land. 
  4. Het perspectief van dit verhaal is een ik-verteller: we zien en beleven alles door de ogen, gedachten en gevoelens van de ik-figuur. Hierdoor kun je je beter inleven in het verhaal.
  5. De stijl komt overeen met Jip en Janneke-taal. De zinnen zijn kort en weinig gevarieerd.

Slide 14 - Tekstslide

'Huilbaby' is het eerste verhaal uit de bundel 'Halleluja'. Huilbaby is een kort verhaal over een baby die in de toekomst kan kijken. Daar wordt hij niet vrolijk van.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is dit een fantasieverhaal? Maar waarom is dit desondanks wel een realistisch verhaal?

Slide 16 - Open vraag

Is er sprake van een round of een flat character? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het vertelperspectief? En wat is hier bijzonder aan?

Slide 18 - Open vraag

Welke motieven herken je in dit verhaal? Welke daarvan is het leidmotief (= een motief dat terugkeert en als een rode draad door het verhaal loopt)?

Slide 19 - Open vraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 2 oktober
  • Repetitie Verhaalanalyse
  • Leren par. 1 t/m 3 en 11 t/m 16 + LessonUps (zie Teams)
  • Bestuderen gemaakte opdrachten
  • Neem je eigen leesboek mee!

Slide 20 - Tekstslide