Fouten in e-mails

Meest gemaakte fouten in e-mails of brieven
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Meest gemaakte fouten in e-mails of brieven

Slide 1 - Tekstslide

Wat vind jij lastig bij Nederlands? Waar maak jij de meeste fouten mee in e-mails of brieven?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Mijn (m’n mag ook) is een bezittelijk voornaamwoord en wijst op iets dat je hebt:

- mijn fiets is gestolen
- mijn oma is de liefste
- mijn taart is mislukt
- mijn verjaardag is volgende week

‘Me’ (mij mag ook) is een persoonlijk voornaamwoord en wijst naar jezelf:

- ik heb me helaas verslapen
- ik weet me geen raad
- ik heb me bedacht
- wil je me iets vragen?



Slide 4 - Tekstslide

Ik was ..... auto elke zaterdag.
A
me
B
mijn

Slide 5 - Quizvraag

Ik erger ..... vaak aan mijn zusje.
A
me
B
mijn

Slide 6 - Quizvraag

..... moeder kookt gelukkig altijd lekker.
A
Me
B
Mijn

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Sarah is even oud ... haar zus, want zij zijn tweeling. 
Een Big Mac is groter ... een cheeseburger.. 
Mijn vader is ouder ... mijn oom. 
Ik vind cola net zo lekker ... cassis. 
De film is anders ... ik had gedacht. 
dan 
als 
dan 
als 
dan
als 
dan 
als 
dan 
als 

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Namen schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Namen van bedrijven schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Maanden schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail of brief sluit je af met:
A
Mvg,
B
Met Vriendelijke Groet,
C
Met vriendelijke groet,
D
Groeten,

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Bedenk een zin met 'jou' erin.

Slide 17 - Open vraag

Bedenk een zin met 'jouw' erin.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Zou je nog meer uitleg willen over 1 van deze onderdelen?
ja, over me/mij
ja, over jou/jouw
ja, over hoofdletters
ja, over woorden los/aan elkaar
ja, over dan/als
nee, dank je

Slide 23 - Poll

Schrijfopdracht
Maak deze opdracht en lever donderdag in.
Let extra op:
me/mijn, jou/jouw, als/dan, hoofdletters
woorden los of aan elkaar

Slide 24 - Tekstslide

Ik kan in Teams vinden wat ik moet maken in de online methode van Nederlands.
Ja
Nee, ik heb geen idee
Ongeveer, ik weet het niet zeker

Slide 25 - Poll