18 en 21-11 TV H3

Nederlands
Taalverzorging H3
Spelling
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Taalverzorging H3
Spelling

Slide 1 - Tekstslide

We starten de les met 15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

1 ding=1 woord
ruiten wisser rubber            OF                   ruitenwisserrubber

Slide 4 - Tekstslide

Inhoud
  • Uitleg TV H3
  • Aan de slag

     
Inhoud

Slide 5 - Tekstslide

Plaats 15 hoofdletters
beste mevrouw van boven, 

van meneer van buren moest ik u voor het weekend een mailtje sturen om te vragen of ik vrijdag wat eerder weg mag, omdat ik samen met mijn ouders met kerstmis een weekje naar turkije ga. ik zou dan na de les engels van mevrouw van der meer weggaan.

met vriendelijke groet,

suze de vries

Slide 6 - Tekstslide

Beste mevrouw Van Boven,

Van meneer Van Buren moest ik u voor het weekend een mailtje sturen om te vragen of ik vrijdag wat eerder weg mag, omdat ik samen met mijn ouders met Kerstmis een weekje naar Turkije ga. Ik zou dan na de les Engels van mevrouw Van der Meer weggaan.

Met vriendelijke groet,
Suze de Vries

Slide 7 - Tekstslide

3.2 Leestekens

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

3.2 Leestekens en tekens bij woorden

Slide 10 - Tekstslide

3.2 Tekens bij woorden

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is juist geschreven?
A
Anne's tas
B
Annes tas

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
Bram's idee
B
Brams idee

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?

import en export
A
im- en export
B
im-, en export
C
im en export

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?

keelarts neusarts en oorarts
A
keel, neus en oorarts
B
keel-, neus- en oorarts
C
keel, neus, en oorarts

Slide 16 - Quizvraag

3.3 Meervoud

Slide 17 - Tekstslide

Wat is juist geschreven?
A
offertes
B
offerte's

Slide 18 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
industrieën
B
industriën

Slide 19 - Quizvraag

Als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is, waarvan de meervoudsvorm op – en eindigt, dan schrijf je een tussen-n.

                   
pannenkoek, paddenstoel, prullenbak

                       Maar!
                     - horlogemaker: het meervoud van horloge is horloges
                     - groentesoep: het meervoud van groente is groentes of groenten



Hierbij bevestigen we jouw deelname aan het digitale examen. Je bent ingeschreven voor het examen REK3F op 21-02-2022.
Het examen start om 11:15 en tot uiterlijk 13:15.
Locatie: BSS Bessestraat 4, Goes, lokaal A.303
Het examenlokaal bevindt zich op de derde verdieping, als je via de hoofdingang binnenkomt ga je naar rechts en loop je via het trappenhuis naar de derde verdieping.
Let op! Het meenemen van een eigen rekenkaart is NIET toegestaan, alle toegestane hulpmiddelen zijn in het examenlokaal aanwezig.
Zorg, dat je 15 minuten vóór het begin van het examen aanwezig bent.
In de bijlage staat belangrijke informatie. Lees deze goed door!
We wensen je veel succes bij het examen!
Met vriendelijke groet,
drs. A.C. van Schaik,
Teamleider examencentrum Taal en Rekenen
Bijlage
Instructies bij de Centrale Examens taal en rekenen
Wat moet je meebrengen naar het examen?
Je identiteitsbewijs (Europese identiteitskaart, paspoort, auto-/motorrijbewijs, verblijfsdocument of Scaldapas). Je ID-bewijs moet geldig zijn op de dag van de examens. Een kopie van je id of een foto op je mobiel wordt niet geaccepteerd.
Faciliteitenkaart (indien van toepassing).
Op tijd aanwezig zijn
In de e-mail met de uitnodiging voor het examen staat de begintijd van je examen. Zorg ervoor dat je ten minste 15 minuten vóór het begin van een examen aanwezig bent. Tot 30 minuten na de start van de examens mag je nog naar binnen, de eindtijd blijft gelijk. Daarna heb je geen toegang meer tot de examenruimte.
Hoe gaat het examen
Je doet een examen Nederlands, rekenen of Engels.
Je doet examen op de computer.
Elke student heeft een eigen versie van het examen.
Tijdens het examen
Wat MOET WEL mee in de examenruimte:
Je identiteitsbewijs.
Je faciliteitenkaart (indien van toepassing).
Wat ligt er klaar voor je tijdens het examen?
Kladpapier
Potlood
Koptelefoon en woordenboek
Instructiekaart voor de student
Wat MAG NIET mee in de examenruimte en dient opgeborgen te worden in de gratis lockers:
Eten of drinken
Jassen, petten, tassen
Horloges, mobieltjes, koptelefoons, portemonnees.
Pennen, papier en rekenmachines.
Er zijn geen pauzes tijdens een examen.
Als je naar het toilet moet, loopt de tijd gewoon door.
Het is niet toegestaan hulpmiddelen onderling te ruilen.
Na het examen
Na afloop van elk examen moet je alle aantekeningen inleveren bij de surveillant, deze worden vernietigd.
Bij de examens Nederlands en Engels is er geen recht van inzage.
Info over de afname van het examen (protocol) en de JOB-klachtenlijn kun je vinden op de site van:
https://www.examenbladmbo.nl/onderwerp/afname
Ziekte en absentie
Ben je op de examendag ziek of om een andere dringende reden niet in staat je examen te maken? Meld je dan af volgens de procedure van je opleiding. Afwezigheid tijdens een examen wordt geregistreerd als een poging gebruikt/gemiste kans.
Let op! Afwezigheid op de geplande examentijd kan gevolgen hebben voor het tijdstip van je diplomering!



























3.4 Tussenletters

Slide 20 - Tekstslide

Uitzonderingen
  • Schrijf geen tussen-n als het eerste deel van de samenstelling op een zaak of persoon slaat die enig in zijn soort is.


                    - Koninginnedag
                    - zonnewijzer


Slide 21 - Tekstslide

Uitzonderingen
  • Schrijf ook geen tussen-n als het eerste deel een versterkende betekenis heeft.


                     - beregoed
                     - pikkedonker
                     - reuzeleuk
                     - stekeblind

Slide 22 - Tekstslide

Taalverzorging H3

  1. Maak de instaptoets TV H3
  2. Bekijk jouw resultaat
  3. Maak n.a.v. de instaptoets de paragrafen van H3




Aan de slag (online)
timer
25:00

Slide 23 - Tekstslide

tot de volgende les

Slide 24 - Tekstslide