33. Deel 8a, blok 2, week 4 Basistoets

1/2 + 1/4 = ?
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1/2 + 1/4 = ?

Slide 1 - Open vraag

Lesdoel 1
Ik kan eenvoudige, ongelijknamige breuken optellen en aftrekken
1/4 pizza + 1/2 pizza = 3/4
1/2 pizza – 1/4)pizza = 1/4

Slide 2 - Tekstslide

juf doet het voor

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn ongelijknamige breuken?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Gelijkwaardige breuken

Slide 6 - Tekstslide

1/6 en 3/6 zijn dus gelijknamig, maar niet gelijkwaardig.
1/6 en 1/2 zijn dus gelijkwaardig maar niet gelijknamig

Slide 7 - Tekstslide

Juf doet het voor

Deze is nog makkelijk.

Slide 8 - Tekstslide


Vergeet niet te vereenvoudigen!

Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag

Wat als een ..
.. breuk niet gelijkwaardig en gelijknamig is.


Slide 11 - Tekstslide

gelijknamig maken

Slide 12 - Tekstslide

Juf doet het voor ..
  • Wat is de GGD?
  • Kijk of he het antwoord kan vereenvoudigen.

Slide 13 - Tekstslide

Nu jullie?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 14 - Tekstslide

Nu jij?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 15 - Tekstslide

Nu aftrekken
-

Slide 16 - Tekstslide

Nog één

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoel 2
Ik kan een vermenigvuldiging van het type 35 x 67 uitrekenen.

Slide 18 - Tekstslide

De stappen
1. vermenigvuldig eerst de eenheden
2. Schrijf een 0 op en vermenigvuldig dan de tientallen

Slide 19 - Tekstslide

34 x 65 = ?

Slide 20 - Open vraag

34 x 48 = ?

Slide 21 - Open vraag

lesdoel 3
Ik kan een deelsom met rest uitrekenen.

Rest betekent: dat wat overblijft

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

3680 : 24=
114 r 2
1 x 24 =  24
2 x 24 = 48
4 x 24 = 96
8 x 24 = 192
10 x 24 = 240
5 x 24 = 120

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk
REKENEN : 
Deel 8a, blok 2, week 4
Basistoets

Klaar: werk aan je leerdoelen

Slide 25 - Tekstslide