Leenheren, leenmannen en horigen, Feniks 3.1 les 2
1 / 12
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waarom ontstond het feodalisme? (2 goed)
A
Het besturen van een groot rijk ging moeilijk door slechte wegen en slechte communicatie.
B
Leenmannen wilden toch al macht hebben, dus was het feodalisme een mooie oplossing.
C
Karel de Grote was een zwakke koning
D
Het geldsysteem verdween voor een groot deel.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een vazal?
A
Een geestelijke of edelman die bij de koning in dienst was
B
Een middeleeuws gebouw waarin geestelijken wonen
C
Een middeleeuwse vorm van bestuur waarbij de koning grond uitleende aan de adel die hem in ruil hielp met het leger
D
Een middeleeuwse term voor een gepachte boerderij
Slide 4 - Quizvraag
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quizvraag
Welke verplichting had een leenman NIET aan zijn leenheer binnen het feodale stelsel?
A
besturen van zijn gebied
B
rechtspreken in zijn gebied
C
vechten voor de heer in tijden van oorlog
D
bewerken van de grond
Slide 6 - Quizvraag
Hoe kan een leenman ook een leenheer zijn?
A
Als de leenman op zijn beurt weer stukken land uitdeelde aan mannen die hem trouw waren en voor hem vochten
B
Als de leenheer zijn beloften niet nakwam aan zijn leenman
C
Als hij daarvoor toestemming kreeg van zijn leenheer
D
Als hij veel horige boeren op zijn domein had.
Slide 7 - Quizvraag
Waarom werkte op den duur het leenstelsel niet meer? (2 goed)
A
de leenheer trok steeds rond om de leenmannen te controleren
B
de leenmannen wilden geld zien
C
de leenmannen beschouwden leen als erfelijk bezit
D
leenmannen hadden zelf ook niet altijd controle over hun domeinen
