Beton les 2

Beton les 2, betonspecie, betonsoorten
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaterialenkennisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Beton les 2, betonspecie, betonsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
Terugblik op de vorige les
Polsen voorkennis
instructie
instructiefilm
instructie
lesopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik op de vorige les, polsen voorkennis
  • Hoe noem je de mal om beton in te gieten?
  • Wat zit er nog meer in deze mal om ervoor te zorgen dat beton ook treksterkte op kan nemen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Terugblik op de vorige les, samenstelling van beton. In deze les gaan we hier verder op in
Specie en beton. 1 deel cement, 2 delen betonzand, 3 delen grind (alles berekend in kilogram).                                           0,5 deel schoon leidingwater 
Een betonspecie of betonmortel is een mengsel van:
  • Grind (of een ander steenachtig product), Grind heeft in dit mengsel de grootste korrelafmeting. Wanneer je in het mengsel geen grind toepast spreek je van specie mortel. Bijvoorbeeld om te metselen
  • zand, in mortel is de grootste korrel zand. 
  • bindmiddel (cement)  In een betonspecie is het bindmiddel altijd een cementsoort.
  • water.
  • Hulpstoffen, Eventueel worden bepaalde eigenschap beïnvloedende stoffen toegevoegd.

Beton Na de verharding van een betonspecie spreken we van beton. 





Slide 5 - Tekstslide

Betonsoorten, We kunnen verschillende betonsoorten onderscheiden:
  • Op basis van de cementsoort, bijv. p.c.- beton; PC??
  • Op basis van de methode van verwerking, bijv. trilbeton;
  • Op basis van de volumieke massa, bijv. lichtbeton;
  • Op basis van het toeslagmateriaal, bijv. grindbeton.
Het water, Toevoeging van water is nodig:
  • Voor de verwerkbaarheid van het mengsel;
  • Om het bindmiddel te doen verharden.

Slide 6 - Tekstslide

Licht of zwaar beton? Norm EN 206
De dichtheid van beton is een van de eigenschappen van het materiaal. 
Lichtbeton: Beton met een dichtheid ≤ 2000 kg/m3 (klassen D1.0 t/m D2.0).  
Normaal beton: Beton met een dichtheid tussen 2000 kg/m3 en 2600 kg/m3.
Zwaar beton: Beton met een dichtheid > 2600 kg/m3  

Slide 7 - Tekstslide

Lichtbeton wordt toegepast bij funderingen bij renovaties in bestaande constructies, en voor constructies die vanwege hun omvang of dimensionering een laag eigen gewicht nodig hebben
Lichtgewicht beton
Een lager gewicht (lage(re) volumieke massa) krijg je door het toepassen van natuurlijke of kunstmatig gemaakte, lichte toeslagmaterialen. 
Natuurlijke toeslagmaterialen: meestal poreuze (vulkanische) korrels, zoals bims en lava. 
Kunstmatige lichte toeslagmaterialen (meest toegepast):,  geëxpandeerde klei, geëxpandeerd natuurlijk gesteente en gesinterde vliegas (circa 750 - 1250 kg/m3, volumegewicht van de korrel). 

Slide 8 - Tekstslide

Zwaar beton, beton met een hogere dichtheid, toegepast als ballastblok, maar ook voor bijvoorbeeld stralingsbunkers of Kluizen
Zwaar beton krijg je door toepassing van zware toeslagmaterialen zoals basalt, bariet, magnetiet of ijzererts. Zware toeslagmaterialen zijn '
droog gewonnen' groevematerialen zoals
  • basalt, 
  • bariet 
  • magnetiet. 
  • Ijzererts
andere zware toeslagmateriaal
  •  Staal of loodslakken (resten die zijn ontstaan bij de productie van staal, schadelijk voor milieu)
  •  Stalen ponsdoppen, puur gebruik als ballast , Afvalproduct door hergebruik recycling materialen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Verschil schokbeton en trilbeton
Watercementfactor, Het watergehalte in betonmengsels wordt uitgedrukt in de watercementfactor (de w.c.f.). De w.c.f. is de verhouding tussen de totale hoeveelheid in de specie aanwezige massa water en de massa cement (in kg). 
Voor de vervaardiging van kwaliteitsbeton (sterk en dicht) moet zo min mogelijk water worden gebruikt. Daarnaast moet er voldoende water toegevoegd worden om beton te kunnen verwerken

 Schokbeton w.c.f. 0,40, gebruik je voor trottoirtegels, prefab heipalen, enz
Trilbeton w.c.f. 0,50, Constructiebeton dat getrild wordt in een bekisting is een hogere w.c.f. nodig, gemiddeld 0,50

Slide 11 - Tekstslide

Toevoegen water
Toevoegen van water is noodzakelijk maar het zou altijd poriën veroorzaken.
Wat zijn dat Poriën? en hoe uit zich dat in beton?
Hoe meer verwerkingswater is toegepast, hoe meer poriën zullen ontstaan. Hoe meer verwerkingswater  hoe meer invloed dit heeft op de sterkte, de waterdichtheid en de vorstweerstand, deze word nadelig beïnvloed. De duurzaamheid, van het beton worden daardoor nadelig beïnvloed. Daarom moet je het beton z.g.n. verdichten, wat is dat?

Slide 12 - Tekstslide

Verdichten, de dichtheid van het beton is afhankelijk van de hoeveelheid water die in het beton zit.
Een betonspecie kan met behulp van mechanische hulpmiddelen en met de juiste hoeveelheid water verdicht worden. Dit kan door middel van:
• porren,
• schokken, (trottoirbanden, trottoirtegels en gewone rioolbuizen)
• trillen, (constructiebeton op de bouw-plaats)
• centrifugeren, hogedruk rioolbuizen en lantaarnpalen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

De specificatie van beton moet een aantal prestatie-eisen hebben. Pak Nutechniek erbij. Bouwmaterialen-beton 
Voorbereiding voor de laatste les over beton de week erna krijg je een toets over beton!
Wat houden onder-staande prestatie-eisen in? Omschrijf de eisen in een duidelijk antwoord en lever in in teams
1. de sterkteklasse bijv C, zie vorige les
2. de milieuklasse(n).
3. de consistentieklasse
4. de nominale korrelafmeting
5. de klasse voor het gehalte aan chloriden.

Slide 15 - Tekstslide