Tekstverbanden en signaalwoorden

Lesdoelen:
- Ik weet wat een tekstverband is.
- Ik weet wat signaalwoorden zijn.
- Ik ken de volgende tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden: tijdsvolgorde, opsommend, tegenstellend, 
- Ik kan signaalwoorden koppelen aan de juiste tekstverbanden.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen:
- Ik weet wat een tekstverband is.
- Ik weet wat signaalwoorden zijn.
- Ik ken de volgende tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden: tijdsvolgorde, opsommend, tegenstellend, 
- Ik kan signaalwoorden koppelen aan de juiste tekstverbanden.

Slide 1 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 2 - Woordweb

Zinnen zonder signaalwoorden
Ze zullen hem blijven pesten ... hij uit zijn vel springt.
Ze zal het met plezier doen, ... je het beleefd en vriendelijk vraagt.
Ze zal het met plezier doen, ... je het onbeleefd en nors vraagt.
Hij zet altijd zijn pet scheef ... zijn vader dat indertijd deed.
De dokter zegt dat hij komt ... zijn wachtkamer leeg is.
Gaan ze verven ... willen ze liever behangen?

Slide 3 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 4 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 5 - Tekstslide

SOORTEN TEKSTVERBANDEN

- tijdsvolgorde verband

- opsommend verband

- tegenstellend verband

-

(en meer)

Slide 6 - Tekstslide

Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.
A
Tijdsvolgorde
B
Opsommend
C
Tegenstellend

Slide 7 - Quizvraag

Mevrouw Verschoor geniet van goede muziek, verder is zij een filmliefhebber.
A
Tegenstellend
B
Opsomming
C
Tijdsvolgorde

Slide 8 - Quizvraag

Mijn etui zit bomvol met schoolspullen: pennen, potloden, stiften, een geo-driehoek, gummen en een passer.
A
Opsomming
B
Tegenstellend
C
Tijdsbvolgorde

Slide 9 - Quizvraag


Tekstverbanden
(oefenen)

Slide 10 - Tekstslide

Welk verband herken je in de laatste zin van alinea 3?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde

Slide 11 - Quizvraag

Lesdoelen:
- Ik weet wat een tekstverband is.
- Ik weet wat signaalwoorden zijn.
- Ik ken de volgende tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden: tijdsvolgorde, opsommend, tegenstellend, t
- Ik kan signaalwoorden koppelen aan de juiste tekstverbanden.

Slide 12 - Tekstslide

Wat snap je nog niet zo goed?

Slide 13 - Open vraag