2M_Thema 6 Ecologie| bs. 1 + 2 wat is ecologie + Voedselrelaties

Hallo, Fijn dat jullie er zijn :)
Pak je boeken/laptop erbij
Doe je jas uit
Doe je telefoon in je tas
Wacht tot de les begint 
Steek je vinger op als je wat wil zeggen/vragen
Luister naar elkaar, want je hebt respect voor elkaar



1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hallo, Fijn dat jullie er zijn :)
Pak je boeken/laptop erbij
Doe je jas uit
Doe je telefoon in je tas
Wacht tot de les begint 
Steek je vinger op als je wat wil zeggen/vragen
Luister naar elkaar, want je hebt respect voor elkaar



Slide 1 - Tekstslide

Thema 6: Ecologie
Basisstof 1: Wat is  ecologie?
+
Basisstof 2: Voedselrelaties

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  1.  Weet je wat ecologie is.
  2.  Kun jij voorbeelden noemen van Biotische en Abiotische factoren.
  3.  Ken je de 4 niveaus van de ecologie 
  4.  Weet je wat een voedselketen en voedselweb is



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

B1: Wat is ecologie?
ecologie: Het bestuderen van de relatie tussen organismen en hun milieu.

Er zijn 2 soorten invloeden van het milieu op organismen:
  • Biotisch factoren:  Levende factoren 
  • Abiotisch factoren: Niet levende factoren

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Voedselweb of voedselketen?
Wordt gegeten door.....

Slide 8 - Tekstslide

Binnen een voedselweb of keten heb je:

  • Producenten
  • Consumenten  
  • Reducenten (alleen binnen een kringloop) 

Slide 9 - Tekstslide

Producenten
Planten
Produceren (maken) voedsel voor de rest van de voedselketen (door fotosynthese)
Altijd de eerste schakel in een voedselweb/keten.


Slide 10 - Tekstslide

Consumenten
Dieren die eten de stoffen die door planten zijn gemaakt. Consumeren is een ander woord voor eten en drinken.
 
Daarom noemen we die organismen consumenten.



Slide 11 - Tekstslide

Reducenten
Bacteriën en schimmels (reduceren) verteren de dode organismen en resten van organismen

Deze vind je binnen een kringloop


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Producent
Consument
Reducent

Slide 14 - Sleepvraag

Individu


 
beestje/mens/plantje/insectje (organisme)
1

Slide 15 - Tekstslide

Populatie
Een groep individuen:
  •  van DEZELFDE soort
  •  in een bepaald gebied. 
  • Die zich onderling kunnen voortplanten. 

Slide 16 - Tekstslide

Levensgemeenschap
Alle populaties in een gebied die invloed hebben op elkaar

Slide 17 - Tekstslide

Ecosysteem
Ecosysteem is groot gebied waarin dezelfde abiotische en biotische factoren zijn.
 denk aan bossen, duinen woestijnen, de noordpool.

Slide 18 - Tekstslide

Was is een voorbeeld van een biotische factor?
A
Lucht
B
Voedsel
C
Neerslag
D
Wind

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 20 - Quizvraag

Welk niveau van ecologie zie je hier?
A
Ecosysteem
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Individu

Slide 21 - Quizvraag

Waarmee begint iedere voedselketen?
A
Dier
B
Plant
C
Bacterie
D
Schimmel

Slide 22 - Quizvraag

De slang is consument van de ...?
A
1e orde
B
1e, 2e en 3e orde
C
3e en 5e orde
D
6e orde

Slide 23 - Quizvraag

Een meer of rivier is een voorbeeld van een ecosysteem
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk voor donderdag
Maken bs. 1 + bs. 2

Slide 25 - Tekstslide