De lorenzcurve

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

DE LORENZ CURVE

Wat heb je nodig?

Pen

Rekenmachine

Opdracht 

* thuis(zie de chat)

* op school (van de docent)

00:32

Wat zet je op de horizontale as?

00:32

Wat zet je op de verticale as?

00:42

Wat betekend de rechte lijn?

02:02

Wat betekend de kromme lijn?

Lorenzcurve

Stap 1

1. Gemiddelde inkomen van de groep bij elkaar optellen

Welk bedrag komt er op de stippellijn?

Stap 2

2. Totaal inkomen per groep = aantal x gemiddelde inkomen per groep

Stap 3

3. Totaal inkomen per groep bij elkaar optellen 

Wat is je eind antwoord?

Stap 4

4. Procentueel deel v.d. bevolking = aantal : totaal aantal

Wat valt je op?

Stap 5

5. Procentueel deel v.h. inkomen = Totaal inkomen per groep : Totaal totaal inkomen per groep

Op hoeveel % kom je uit in rij 7?

Stap 6

6. Procentueel deel v.d. bevolking cumulatief* = procentueel deel van de bevolking optellen (10% + 10% = 20%) 

Wat betekend cumulatief?

Stap 7

7. Procentueel deel v. h. inkomen cumulatief* = procentueel deel van het inkomen optellen 

Uitwerkingen

Hoe vond je het eerste deel?

Makkelijk

Moeilijk

Grafiek tekenen

Voer stap 1 en 2 uit, en teken de grafiek.

3. Lees af in de grafiek welk deel van het totale inkomen verdiend wordt door de armste 25% van de bevolking

Lees af in de grafiek welk deel van het totale inkomen verdiend wordt door de rijkste 25% van de bevolking.

Wat zal er met de lorenzcurve van dit land gebeuren als iedereen in dit land 10% meer inkomen zou krijgen?

Wat zou er met de lorenzcurve van dit land gebeuren als iedereen in dit land € 1.000 meer jaarinkomen zou
krijgen.

Toetsweek 3hgl

Maandag 28 juni

10:00 - 11:30

Onderwerpen

Periodedoelen:

• Inkomsten & uitgaven 
• Banken & verzekeren

Toegestane hulpmiddelen:

• Nederlands woordenboek
  
• Rekenmachine
  
• Markeerstift
  
• Geodriehoek
  
• Blauw/zwart schrijvende pen

Tijdens de toets

• Denk eraan dat je de berekening opschrijft!
  
• Bij een meerkeuzevraag altijd een HOOFDLETTER
  
• Denk aan de rekenregels (altijd een € teken of % teken gebruiken)
  
• Tip: Herhaal de vraag in het antwoord zodat je zo volledig mogelijk antwoord geeft.
  
• Op de toets mag je onderstrepen of markeren
  
• Noteer boven aan je uitwerkblad de naam van je docent.
  

 Mw. Schreuder (scfe)

Hoe kun je leren?

1. Train veel en regelmatig.
   
2. Stamp begrippen en formules.
   
3. Maak een lijst met de belangrijkste onderwerpen.
   
4. Maak samenvattingen van de periodedoelen.
   
5. Oefen, oefen en oefen.

Train jezelf in het ‘slim’ beantwoorden van vragen

1. Wat wordt er gevraagd?

2. Wat weet je van het onderwerp, hoe zit het in elkaar? Lees de tekst boven de vraag altijd goed! Maak evt. een schema/tekening/formule

3. Welke gegevens heb je? Schrijf ze op (bij voorkeur in tabel/schema)

4. Welke gegevens mis je? Hoe kun je die vinden?

5. Los het vraagstuk op én geef antwoord op de vraag

6. Controleer je antwoord, waar mogelijk met een berekening. Doorloop eerst deze stapjes voordat je direct je antwoord opschrijft of begint te rekenen. Dat geeft je wat meer structuur. Je traint jezelf zo om er beter over na te denken en je kennis écht te gebruiken.

Protip: herhaal in je antwoord altijd de kernwoorden/begrippen uit de vraag.

Geef hier je gouden tip voor de economie toets!

Inkomsten en uitgaven

Jan modaal

Inkomens vormen

Lorenzcurve

Lenen

Rood staan

Persoonlijke lening

Inkomensverdeling

Inkomsten en uitgaven

Gini-coëfficiënt

Inkomensverschillen

Belastingen box 1 en box 3

Banken en verzekeren

Doorlopende verzekering

Reisverzekering

aansprakelijkheidsverzekering particulieren

WA-verzekering motorvoertuigen

inboedelverzekering

Premie

Polis

Banken en verzekeren

Assurantiebelasting

Eigen risico

Woonlasten

Investeren

Marktvormen

Hypotheek

Hypotheek rente

En nu?

Werkdoelen samenvatten

Begrippenlijst maken

Berekeningen lijst maken

Succes!