diabetes mellitus

Diabetes mellitus




https://www.diabetesfonds.nl/home
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
AfpMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Diabetes mellitus




https://www.diabetesfonds.nl/home

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van
Diabetes Mellitus (DM)?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de normaal waarde van bloedsuiker
wanneer je geen diabetes mellitus hebt.
A
tussen 4 en 8 mmol
B
tussen 4- 10 mmol
C
tussen 4- 6 mmol
D
tussen 4 -15 mmol

Slide 11 - Quizvraag

De bloedsuikerspiegel wordt door twee hormonen geregeld: insuline en glucagon. Ze hebben een tegengestelde werking. Beide hormonen worden geproduceerd door de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier (pancreas).
Insuline
Een normale glucoseconcentratie ligt tussen de 4 en 7,8 mmol per liter. De normale nuchtere glucosewaarde is lager dan 6,1 mmol per liter.
Oorzaken 
Overgewicht
Ouder worden
ongezonde voeding
Weinig lichaamsbeweging
Roken
Infecties
Erfelijkheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is van toepassing bij diabetes mellitus type 2?
A
De alvleesklier maakt te weinig insuline aan
B
Een overschot aan suiker in het bloed
C
Weinig volkoren producten eten
D
Geen yoghurt eten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er met de alvleesklier aan de hand bij diabetes Type 1?
A
Er wordt door de eilandjes van Langerhans te weinig insuline aangemaakt
B
Er wordt door de eilandjes van Langerhans te veel insuline aangemaakt
C
Er wordt door de eilandjes van Langerhans geen insuline meer aangemaakt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marit heeft type-2-diabetes mellitus. Soms krijgt ze het ineens warm, ze zweet, ze voelt zich moe, krijgt honger en gaat beven.

Wat kan de oorzaak zijn van deze symptomen bij diabetes mellitus?
A
Hypo
B
Hyper

Slide 16 - Quizvraag

Hypoglykemie is een te laag bloedsuikergehalte. Kenmerken zijn: bleek, zweten, moe, hoofdpijn, honger, beven, slecht zien, duizelig en humeurig.
Iemand met diabetes kan ook een te hoog bloedsuikergehalte hebben. Dat is een hyperglykemie. Kenmerken daarvan zijn: dorst, veel plassen, droge tong, slaperig, moe.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suikervrij gebak is een prima alternatief op een feestje.
A
B

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is nefropathie?
A
aantasting van de elandjes van Langerhans
B
aantasting van de nieren
C
aantasting van de alvleesklier
D
aantasting van de lever

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen om de kans
op complicaties te verkleinen?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer maakt de alvleesklier helemaal geen insuline meer aan
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2
C
bij beiden
D
bij geen van deze antwoorden

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hyper
hypo

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn symptomen van een hyperglykemie?

Slide 29 - Woordweb

Als je deze verschijnselen herkent, moet je de volgende acties ondernemen.
bloedsuiker prikken, kijken of er een bij spuit schema is.
 
Werkwijze bij het pre-coma door hyperglykemie:
Raadpleeg direct een arts.
Bewaak de vitale functies.
Observeer de huid.
Houd de temperatuur in de gaten.
Bepaal de bloedglucosewaarde.
Vang, als de zorgvrager moet plassen, de urine op voor onderzoek.
Wat zijn symptomen van een hypoglykemie?

Slide 30 - Woordweb

Handelen bij lage glucosewaarden
Als je denkt dat iemand een hypo heeft, moet je altijd eerst de bloedglucosespiegel meten om zeker te weten dat er sprake is van een hypo. Als de zorgvrager nog bij bewustzijn is, handel je als volgt:
Geef de zorgvrager een glas suikerwater of een suikerklontje.
Observeer het bewustzijn, probeer contact te houden met de zorgvrager.
Bepaal de bloedglucosewaarde.
Als de zorgvrager bij bewustzijn blijft, rapporteer je wel wat is voorgevallen in het zorgdossier en overleg je met de wijkverpleegkundige. Dit in verband met het opsporen van de oorzaak en preventie.

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een diabeticus moet meer rekening houden met de hoeveelheid koolhydraten in zijn voeding dan met de hoeveelheid suiker.

A
B

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hyperglycemie
Hypoglycemie
Veel
plassen
bleekheid
Beven
Dorst
honger
Wisselend humeur
slaperigheid
Moeheid
Slecht zien
Hoofdpijn
zweten
droge mond ( tong)

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Patiënt X heeft een bloedsuiker van 3,3 mmol. Wat doe je?
A
Patiënt X heeft een hyperglycemie. Je dient extra insuline toe.
B
Patiënt X heeft een hypoglycemie. Je dient extra insuline toe.
C
Patiënt X heeft een hyperglycemie. Je geeft je patiënt snelle koolhydraten, bijvoorbeeld een Dextro-pil
D
patiënt X heeft een hypoglycemie. Je geeft je patiënt snelle koolhydraten, bijvoorbeeld een Dextro-pil.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Streefwaarden bloedglucosewaarde (mmol/l)

Diabetes type 1

Nuchter tussen de 4,5 en 8

2 uur na het eten lager dan 10

Streefwaarden bloedglucosewaarde (mmol/l)
  
Diabetes type 2
 
Nuchter tussen de 4,5 en 8
 
2 uur na het eten lager dan 9

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vingerprik
  • Zijkant van de vinger
  • Handen wassen
  • Cliënt 1e druppel, zorgmedewerker 2e druppel
  • Naaldje in de naaldencontainer



Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Freestyle libre
  • Sensor 
  • Reader of smartphone
  •  Geen vingerprikken meer

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insuline injecteren
  • Insulinepen op kamertemperatuur 
  • Noteer aanbreekdatum
  • Dubbele controle 
  • Nieuwe pen bij minder dan 12 IE
  • Wissel de injectieplaats af

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies