Engelse woordjes toets

Toets Engels Words to know
Je maakt een toets Engels. Je krijgt 23 woordjes (zinnen) die je hebt geleerd. Doe je best!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Toets Engels Words to know
Je maakt een toets Engels. Je krijgt 23 woordjes (zinnen) die je hebt geleerd. Doe je best!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent het woord kruispunt in het Engels?
A
corner
B
crossroads
C
bridge

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent: hoek?
A
crossroads
B
corner
C
bridge

Slide 4 - Quizvraag

Hoe schrijf je in het Engels verkeerslichten?
A
crossroads
B
traffic roads
C
cross lights
D
traffic lights

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het Engelse woord voor brug?

Slide 6 - Open vraag

crossroads
corner
traffic lights
station
library
square
airport

Slide 7 - Sleepvraag

Hoe schrijf je in het Engels: op maandag
A
on monday
B
at monday
C
on Monday
D
at Monday

Slide 8 - Quizvraag

Hoe schrijf je dinsdag in het Engels?

Slide 9 - Open vraag

Zoek een foto van: in the square

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Schrijf in het Engels waar het filmpje opgenomen is.

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent: bij mij thuis in het Engels?
A
at my home
B
in my home
C
at my place
D
in my place

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heb je deze toets gemaakt?

Slide 14 - Poll