In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Instructies
lesdoelen
Je leert wat economische groei is en wat voor gevolgen dit heeft voor de burgers en de overheid.
Onderdelen in deze les
ECONOMISCHE GROEI
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
Je leert wat economische groei is en wat voor gevolgen dit heeft voor de burgers en de overheid.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen inkomen en vermogen?
Slide 3 - Open vraag
Wat zijn de 4 productiefactoren?
Slide 4 - Open vraag
economische groei
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Op welke drie manieren kun je het bbp uitrekenen?
Slide 8 - Open vraag
Wat is bbp?
A
bruto buitenlands product
B
bruto binnenlands product
Slide 9 - Quizvraag
BBP = Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).
Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
nationaal inkomen
A
het inkomen van de koning
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
de som van alle inkomens
D
de som van alle inkomens in een land
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Bekijk de vorige afbeelding? Welke 3 landen hebben het hoogte BBP?
Slide 14 - Open vraag
De bijdrage van een bedrijf aan de productie van een land is gelijk aan de toegevoegde waarde van dat bedrijf en niet aan de omzet van het bedrijf. Leg dit uit
Slide 15 - Open vraag
Praktische economie (digitaal)
Maak nu opdracht 1 t/m 8
Klaar en nagekeken? Dan ga je weer verder met deze les
Slide 16 - Tekstslide
Economische groei (of krimp)
De verandering van het BBP noemen we economische groei.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
economische crisis / recessie
Economische crisis: langere tijd daling van de groei, die onder het gemiddelde is.
Recessie: aanhoudende afname van de groei of zelfs krimp van het bbp.
Slide 19 - Tekstslide
Welke gevolgen zou economische groei voor de burgers kunnen hebben?
begrotingstekort zal toenemen bij gelijke uitgaven.
Slide 22 - Tekstslide
Kritiek op BBP:
Houdt geen rekening met klimaatproblemen
Inkomensverdeling
koopkracht
Welvaart
Slide 23 - Tekstslide
Praktische economie (digitaal)
Maak nu opdracht 9 t/m 14
Klaar? Zorg dat je alle documenten van het ondernemingsplan vandaag inlevert!
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Maken: opdrachten hoofdstuk 9.1
Slide 28 - Tekstslide
Bereken hoeveel procent rente de overheid over de staatsschuld van 2016 betaalde. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
Slide 29 - Open vraag
Wat heb je geleerd?
Slide 30 - Tekstslide
Om tot de eurozone toegelaten te worden, mag de staatsschuld van een land niet hoger zijn dan 60% van het bruto binnenlands product. Nederland heeft een bbp van € 678 miljard. Bereken de staatsschuld (€ 480 mld) als percentage van het bbp.