Meervoud

Meervoud (Plural)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 16 min

Onderdelen in deze les

Meervoud (Plural)

Slide 1 - Tekstslide

Meervoud
     Aan het einde van deze lessonup begrijp je hoe je het meervoud van woorden in het Engels kunt toepassen.

  • Welkom
  • Huiswerkcontrole
  • Doel
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Kies de juiste meervoudsvorm van:

Table
A
Tablen
B
Tables
C
Table's
D
Tablet

Slide 3 - Quizvraag

Het meervoud van:
boy
A
boys
B
boies
C
boy's

Slide 4 - Quizvraag

Het meervoud van:
possibility
A
possibilitys
B
possibilities
C
possibility's

Slide 5 - Quizvraag

Het meervoud van:
Day
A
Day's
B
Days
C
Daies
D
Dai's

Slide 6 - Quizvraag

Het meervoud van:
Dog
A
Dog's
B
Dogs
C
Doges

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud
Welke regel kun je zelf bedenken zodat je woorden in het meervoud kunt zetten?

1 phone ---> 2 phone_

Slide 8 - Tekstslide

Meervoud
1 phone ---> 2 phones

Je kunt een meervoud maken door een S achter het woord te zetten.

Let op: bij meervoud nooit 's!!!!

Slide 9 - Tekstslide

Meervoud
Let op:
Wanneer een woord eindigt op -f of -fe, dan is het meervoud -ves
1 Wolf --> 3 wolves

Wanneer een woord eindigt op medeklinkery dan is het meervoud -ies     1 hobby ---> 2 hobbies

Slide 10 - Tekstslide

Meervoud
Let op:
Wanneer een woord eindigt op een s klank dan komt er -es achter.
1 box - 2 boxes

Wanneer een woord eindigt op een o dan is het meervoud -oes
1 potato - 50 potatoes

Slide 11 - Tekstslide

Meervoud
Let op:
Sommige meervouden moet je uit je hoofd leren:
1 mouse --> 2 mice
1 man --> 4 men (geld ook voor woman, policeman enz.)
1 foot --> 2 feet, 1 tooth --> 20 teeth


Slide 12 - Tekstslide

Meervoud
We gaan even oefenen.


Slide 13 - Tekstslide

Het meervoud van:
Movie
A
Movys
B
Movie's
C
Movie
D
Movies

Slide 14 - Quizvraag

Het meervoud van:
tomato
A
Tomatoes
B
Tomatos
C
Tomato's
D
Tomatoe's

Slide 15 - Quizvraag

Het meervoud van:
Life
A
Lifes
B
lives
C
live's
D
life's

Slide 16 - Quizvraag

Het meervoud van:
witch
A
witchs
B
witches
C
witch's
D
witch'es

Slide 17 - Quizvraag

Het meervoud van:
Bag
A
Bags
B
Bag's
C
Bages
D
Bage's

Slide 18 - Quizvraag

Het meervoud van:
phone
A
phone's
B
phones
C
phone

Slide 19 - Quizvraag

Het meervoud van:
phone
A
phone's
B
phones
C
phone

Slide 20 - Quizvraag

Het meervoud van:
Bird
A
Bird
B
Birds
C
Bird's

Slide 21 - Quizvraag

Meervoud samenvatting
Meervoud = woord + s
eindigt een woord op -f of -fe, dan is het meervoud -ves
eindigt een woord op medeklinker + y dan is het meervoud -ies
eindigt een woord met een s klank dan komt er -es achter.
eindigt een woord op een -o dan is het meervoud -oes


Slide 22 - Tekstslide

Voor nu: Geef antwoord op:
Heb ik mijn doel behaald?


Aan het einde van deze lessonup begrijp je hoe je het meervoud van woorden in het Engels kunt toepassen.

Klaar? Slim stampen Stepping Stones meervoud


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide