Geschiedenis les 2

Monniken en ridders
Het Christendom
Les 2: Kerk en klooster
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Monniken en ridders
Het Christendom
Les 2: Kerk en klooster

Slide 1 - Tekstslide

Opening les 2
Wat weet jij eigenlijk
van het christendom?

Slide 2 - Woordweb

Het Christendom was een heel belangrijk geloof. Daar gaan we veel over leren. Maar wat weet jij daar eigenlijk al van? In wie geloven de christenen? Wat is belangrijk in het christendom? Je kan meerdere dingen opschrijven, probeer maar eens iets te bedenken.
Vervolgens bespreek je de uitkomsten.

Hoe noemen we de periode van de Monniken en Ridders?

A
de late Middeleeuwen
B
de vroege Middeleeuwen
C
het einde van het Romeinse rijk
D
verspreiding van het christendom

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lezen stap 1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Wat betekent het woord paus?
A
Papa
B
Paard
C
Leider
D
Baas

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Door wie werd de paus beschermt
A
Germanen
B
Romeinse leger
C
Hunnen
D
Christenen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Hoe bedankte de tweede paus Karel de Grote?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen stap 1 in werkboek

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Eén van de belangrijke dingen die er gebeurde in een kloosters was dat er boeken gelezen, maar ook geschreven werden. De monniken deden kennis op door de boeken te lezen, maar ze schreven ook nieuwe informatie op. Dat is heel belangrijk! Want hoe hadden we nu anders kunnen afweten van de Romeinse tijd en alles wat daarvoor gebeurd is? De monniken hebben ervoor gezorgd dat wij nu een heleboel van de geschiedenis afweten.
Zo’n boek maken was absoluut geen makkelijk klusje. De monniken moesten veel geduld hebben en ze moesten veel handelingen verrichten. Ze waren soms wel maanden of jaren bezig. Ze schreven alle letters, letter voor letter met de hand op. En als ze knoeiden op een bladzijde… tja, dan moest de bladzijde opnieuw. Eén van de eigenschappen van de boeken uit de tijd van de monniken en nonnen, was dat de boeken altijd mooi versierd werden, de monniken schreven met sierlijke letters.
Het waren wel voornamelijk de monniken die de boeken schreven, de nonnen deden dat veel minder. Die deden wel ook heel belangrijk ander werk; ze deden bijvoorbeeld aan borduren.
Kijk maar eens naar het volgende filmpje.

Lezen stap 2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kloosters
Vanuit de kloosters verspreidden monniken het christendom.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Monniken zijn ...
A
mannen die zich volledig richten op het christendom.
B
mannen/ vrouwen die zich volledig richten op het christendom.
C
een boer uit Drenthe.
D
Mensen die bij een klooster wonen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Noem 3 activiteiten van een monnik of een non in een klooster.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Hoe heet een veilig plek voor Christenen?
A
Kerk
B
Kasteel
C
Klooster
D
Boerderij

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2 in werkboek

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen stap 3

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Wie bedoelen we met heidenen?
A
Mensen die geloven in het christendom.
B
Monniken
C
Mensen die niet in het christendom geloofden.
D
Horigen die moeten luisteren naar de heer.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekeren van de bevolking
  • Alle niet Christenen waren Heidenen, deze moesten bekeerd worden.

Slide 18 - Tekstslide

Tot de Romeinse tijd geloofden de mensen natuurlijk voornamelijk in de Romeinse goden. Steeds meer mensen waren Christelijk, maar er waren ook nog mensen die in andere goden geloofden. De Christenen noemden deze mensen Heidenen en zij wilde deze mensen bekeren. Dat is best een moeilijk woord. Het betekent dat ze wilden proberen de heidenen ook in God te laten geloven en niet meer in de andere goden. Sommige monniken gingen rondreizen om de mensen te vertellen over het christendom, zodat deze mensen ook christelijk werden. Weet je hoe je christelijk kon worden? Door je te laten dopen door een priester. Voor sommige monniken was dit hun beroep en daar waren ze dan soms wel hun hele leven mee bezig, om andere mensen te bekeren en te dopen. 
Stap 3: Waarom lieten mensen zich dopen?
A
Om zonden te belijden
B
Om christen te worden
C
Voor geluk
D
Voor veiligheid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Waarom geloofden christenen dat heidenen niet in de hemel konden komen?
A
Omdat ze een andere God vereerden
B
Omdat ze niet geloofden
C
Omdat ze slechte dingen deden
D
Omdat ze niet in de hemel geloven

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier is de slaapzaal. Alle monniken slapen in dezelfde ruimte. 
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren. 
Dit is de moestuin. De monniken verbouwen daar groente. 
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken. 
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel. 
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden. 
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben. 

Slide 21 - Tekstslide

Een klooster is een gebouw dat van de buitenwereld is afgesloten, de mensen die daar woonden waren apart van de andere mensen. De christenen die daar gingen wonen konden hun tijd besteden aan God en aan niemand anders.
Er kwamen door de jaren heen steeds meer kloosters in Europa, mede doordat er steeds meer mensen gingen geloven in het Christendom. Net als een kasteel, was een klooster een hele veilige plek. Er stonden dikke muren om heen, en er was voor iedereen genoeg te eten.
Hier zie je een klooster.
Klik op alle plusjes en bespreek wat er allemaal te zien is.

Stap 3 in werkboek

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen stap 4

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verspreiding christendom
  • Christendom werd nog belangrijker!
  • Monniken bekeerden mensen en stichtten kloosters
  • Elk dorp een eigen kerk en priester

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Bij welke stam hoorden de Friezen?
A
Romeinen
B
Franken
C
Germanen
D
Saksenen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op deze kaart zie je hoe het christendom zich in de Romeinse tijd en het begin van de vroege middeleeuwen is verspreid in Europa 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie waren de eerste personen die het christendom verspreidde?
A
pausen
B
priesters
C
monniken
D
koningen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Willibrord en Bonifatius waren...
A
Monniken die in Engeland het christendom verspreidden.
B
Monniken die de Franken bekeerden tot het christendom.
C
De belangrijkste goden van de Friezen.
D
Het volk van de Friezen wilden bekeren tot het christendom.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Bij wie hoort de volgende uitspraak: Gij werd door de Friezen in Dokkum vermoord.
A
Bonifatius
B
Willibrord

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Bij wie hoort de volgende uitspraak: Hij deed zijn bekeringswerk vanuit Utrecht.
A
Bonifatius
B
Willibrord

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Bij wie hoort de volgende uitspraak: Hij heeft de Friezen niet allemaal kunnen bekeren.
A
Bonifatius
B
Willibrord

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Bij wie hoort de volgende uitspraak: Hij bekeerde Germanen door een boom om te hakken.
A
Bonifatius
B
Willibrord

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de juiste combinaties 
Geestelijke
Monnik
Paus
Priester
Iemand met een functie in de plaatselijke kerk
Iemand in dienst van de kerk
Geestelijke die leeft in een klooster
Hoogste geestelijke leider van de kerk

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies