Brugklas les om te oefenen met unit 3 en 4

Today we will practice the grammar and the words and writing using units 3 and 4
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Today we will practice the grammar and the words and writing using units 3 and 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Comparisons:
That girl is ...... (smart) than her sister.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Comparisons:
My mother is ....... (intelligent) woman I know!

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

COMPARISONS
Ricardo's big brother is ___ (tall) him.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: Comparisons
That tail is the ..... (long).

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Write the complete comparison of good.
good - .. - ..

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de Comparison af:
Big - Bigger - ?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal : Auto , opwindend ,gevaarlijk, goedkoop, veilig, verkeer ,aardig bang gemeen en grappig in het Engels

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate: to grab a bite, to commute,
bored, rude, cheerful, well known, to transfer

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What kind of buildings in a city do you know

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

You use the present continuous to
A
express something is happening now
B
to talk about the things you like
C
to underline something is very important
D
tell something in a funny way

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What do you say when it is someone's Birthday
A
Happy birthday
B
Congratulations
C
Many happy returns
D
All 3 possibilities

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Question Tags
Waarom gebruiken de Engelsen een Question Tag?
A
Daarmee stel je een vraag.
B
Om de vraag nogmaals kort te herhalen.
C
Om om bevestiging te vragen.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags.
Sue can't dance, ................ ?
A
can't she
B
can she
C
doesn't she
D
does she

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question Tags
Welke zin is correct?
A
Andrew and Jim aren't happy, are he?
B
Andrew and Jim aren't happy, aren't we?
C
Andrew and Jim aren't happy, are they?
D
Andrew and Jim aren't happy, aren't they?

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

question tags.
Pete is sick,............?
A
is he
B
isn't he
C
is Pete
D
isn't Pete

Slide 16 - Quizvraag

Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zonder not. Dan moet dit werkwoord in tag met not.

Pete is een naam en die mag niet in de tag voorkomen. Pete is een he.
Question Tags

This boy is crazy, ...?
A
is it
B
is he
C
isn't it
D
isn't he

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de question tag?
She was late,..........?
A
was she
B
wasn't she

Slide 18 - Quizvraag

Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zonder not. Dan moet dit werkwoord in tag met not.
Question tags.
She is 35, .............. ?
A
is she?
B
isn't she?
C
does she?
D
doesn't she?

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags
She sings beautifully,____?

A
isn't it?
B
doesn't she?
C
didn't she
D
don' t she

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question Tags
Which sentence is correct?
A
Tom is very strong, is he?
B
Tom is very strong, isn't he?
C
Tom isn't very strong, isn't he?

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:01
What is a job interview?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:33
What was Anna's job experience

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:47
Hoe geeft Anna in het Engels aan dat ze ergens bijzonder trots op is

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

03:24
Hoe heet die eigenschap in het Engels dat je altijd op tijd bent?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

WILL/SHALL/GOING TO?
......... take you to the airport?
A
Am I going to
B
Shall I

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jargon and Tilly have decided that they ... buy that villa.
Fill in a form of 'will/shall' or 'to be going' to
A
be going to
B
are going to
C
will
D
shall

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WILL/SHALL/GOING TO?
Sorry, we probably ....... make it to your party.
A
won't
B
aren't going to

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Will', 'shall' or 'going to' ?
I think the match ... start in a few minutes.
A
shall
B
will
C
is going to

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

will/shall or to be going to?
It is very warm in this room. ... I open a window?
A
Will
B
Shall
C
Am I going to

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the future tense with the present simple, to be going to or will / shall.

And it (3) ________________________ (leave) exactly 20 minutes later.
A
will leave
B
is going to leave
C
shall leave
D
leaves

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Shall, will of going to?
Tickets ___ soon be available online
A
shall
B
will
C
is going to be
D
are going to be

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the correct tense: will/shall/going to: ........I do this for you?
A
will
B
shall

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WILL/SHALL/GOING TO?
Lucy and Eva .......... see a movie tonight - they have tickets to see Encanto
A
are going to
B
will

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the future tense with the present simple, to be going to or will / shall.

Dear Mary, Here are some details about the trip the pupils
(1) ________________________ (take) on the 20th April. I am really glad you volunteered to help out.
A
will take
B
are going to take
C
shall take

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WILL/SHALL/GOING TO?
Marco ......... talk to his teacher tomorrow, because he has a bad grade
A
shall
B
is going to

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right quantifier...
She can't buy that, she has very ________money.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't have .......... time

(Quantifiers)
A
Much
B
Many
C
Few
D
A few

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right quantifier...

Can I get _________ milk in my coffee?
A
much
B
many
C
some
D
any

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which quantifier do you use for UNCOUNTABLE words
A
little
B
few

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

There were only ......... games left in the shop.
(Quantifiers)
A
A few
B
a little
C
a lot of
D
many

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste Quantifier:

There wasn't ____ snow on the road after last night's storm.
A
a little
B
many
C
a lot of
D
much

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste Quantifier:

How ____ rice would you like?
A
a little
B
many
C
a lot of
D
much

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right quantifier...

How ________ apples did you eat?
A
much
B
many
C
some
D
any

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which quantifier do you use for COUNTABLE words?
A
Much
B
Many

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste Quantifier:

Lisa loves writing. She writes ____ e-mails to her friends.
A
a little
B
many
C
a lot of
D
much

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste Quantifier:

Babies need ____ sleep.
A
a lot of
B
many
C
a little
D
much

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate: application,to be retired, employee, to quit

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I liked this little practice for my test
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies