Tijdvak 3: Monniken en Ridders.

Terugblik
Oorzaak - Gevolg
Jodendom - Christendom
Christendom groeit enorm
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Terugblik
Oorzaak - Gevolg
Jodendom - Christendom
Christendom groeit enorm

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
Tijdvak 3: Monniken en Ridders
(Vroege middeleeuwen 500-1000 n. Chr.)

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende Aspecten:
- de verspreiding van het christendom in geheel Europa;
- het ontstaan en de verspreiding van de islam;
- de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid;
- het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Slide 3 - Tekstslide

Het nieuwe bestuur in Europa
KA: 
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.

Slide 4 - Tekstslide

Na de val van het Oost-Romeinse Rijk.

Slide 5 - Woordweb

Volksverhuizing
Na de val van het West-Romeinse rijk
Andere stammen verhuizen door Europa

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Franken
Gingen in Gallië wonen
Nu Frankrijk

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Karel de Grote
Nieuwe vorm van bestuur
Het Feodalisme, ook wel het Leenstelsel
Grond te leen aan gewapende ruiters (Ridders) voor de strijdrossen en maliënkolders

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welk ander woord kunnen we gebruiken voor een leenman?
A
Koning
B
Leenheer
C
Vazal
D
Feodalisme

Slide 13 - Quizvraag

Uitleg van het antwoord
Een vazal is dus een leenman
Een leenman krijgt land van de leenheer in ruil voor diensten
Vaak is een dienst mee helpen in de oorlog

Slide 14 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van bronnen
2 soorten bronnen:
Primaire bronnen = gemaakt door ooggetuigen.
Secundaire bronnen = geschreven door iemand die er niet bij was.

Slide 15 - Tekstslide

3 vragen die je stelt
1) Wanneer is de bron gemaakt?
2) Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
3) Wat is de bedoeling van de maker van de bron?

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld bron:
De Gesta Danorum
1) Gemaakt door? 

2) Info gekregen van?

3) Bedoeling van de bron?
Saxo Grammaticus


Geschriften in Latijn

Deense geschiedenis geschreven hebben

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf in 5 zinnen hoe het bestuur na de val van Rome eruit ziet.

Slide 18 - Open vraag

Opdracht
Tot het einde van de les heb je tijd om aan de opdrachten te werken. 
Zie Google Classroom voor de opdrachten.

Heb je het af mail dan de opdrachten naar mij.
Nog niet af dan is dit huiswerk.

Slide 19 - Tekstslide