Oxygen isotopes and climate change

1 / 14
volgende
Slide 1: Video

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Conclusion
What conclusion can we draw from this explanation? 
(Help students to draw the conclusion...)
This only applies to low energy situations however. Let's see what happens in warmer conditions... 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Zuurstofisotopen in fossiel plankton

Slide 5 - Tekstslide

Zuurstofisotopen
- 99,7% -> 16O; 0,3% is 18O
- 18O  is ietsje zwaarder en reageert wat trager (kost meer energie om te verdampen)

--> Vanuit water verdampen gemakkelijker de lichtere zuurstofisotopen dan de zwaardere zuurstofisotopen

Slide 6 - Tekstslide

3 manieren van klimaatonderzoek
1. Onderzoek naar jaarringen van bomen
2. Stuifmeelkorrels bekijken in oude veen- en kleilagen
3. Analyse van zuurstofisotopen in ijs of sedimenten

Slide 7 - Tekstslide

Zuurstof isotopen
De verhouding tussen zuurstofisotopen 16-O en 18-O is afhankelijk van de temperatuur
16-O is lichter, 18-O is zwaarder
Warme periode: meer 18-O in de ijskappen

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld klimaatonderzoek: Zuurstofisotopenanalyse
Zuurstofisotopenanalyse: analyseert de verhouding tussen de stabiele zuurstofisotopen 16O en 18O in oude sedimenten.

Isotopen zijn atomen van hetzelfde element, bijvoorbeeld zuurstof (O).

Niet elk atoom is echter hetzelfde:
  • Protonen: Altijd hetzelfde bij atoom (8) 
  • Neutronen (8) 
  • Massagetal: 16O (99,7% van alle zuurstofatomen) 

  • 18 O (0,2%) is zwaarder (10 neutronen) 
  • Lichtere watermoleculen verdampen het snelst (16O), waardoor de verhouding tussen 16O en 18O gedurende de tijd kan veranderen. 
 
  • In een koude periode weinig zware moluculen: 
  • Dus veel 16 O = Koude periode 
  • Weinig 18 O = Koude periode (zie bron 16) 


Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld klimaatonderzoek: Zuurstofisotopenanalyse
Zuurstofisotopenanalyse: analyseert de verhouding tussen de stabiele zuurstofisotopen 16O en 18O in oude sedimenten. 



De verhouding geeft daardoor een 
indicatie in wat voor klimaat het 
sediment is afgezet:

- Relatief veel 18O isotopen 
gedurende koude periodes / ijstijden
- Relatief weinig 180 isotopen 
tijdens warme periodes/interglacialen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide