'aan het' en 'te' in een wg
Soms staan er naast werkwoorden ook andere woorden in het werkwoordelijk gezegde.
Als de woordjes te, aan het voor een werkwoord staan, horen ze ook bij het wg.
Voorbeeld:
De kinderen zijn in de zandbak aan het spelen. --> zijn aan het spelen is wg
De man loopt te fluiten op straat. --> loopt te fluiten is wg