Grammar U3

Present simple
Pak je schrift en een pen.
Laat de rest in je tas.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Present simple
Pak je schrift en een pen.
Laat de rest in je tas.

Slide 1 - Tekstslide

Schedule
Uitleg
samen oefenen
zelf oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Present simple
  • Affirmative
  • Negative
  • Question

Slide 3 - Tekstslide

Present simple - affirmative
Affirmative sentence = Als je zegt dat iets wel zo is

Ondewerp + werkwoord + rest van de zin

I go to school every day.
My dad works in a factory.

Slide 4 - Tekstslide

Write down
  1. at home / I / work
  2. is / my sister / ugly
  3. I / a dog / have

Slide 5 - Tekstslide

Shit rule
Bij he, she en it voegen we een S achter het werkwoord

I walk
She walks
We walk
He walks

Slide 6 - Tekstslide

Shit rule
dance --> dances
watch --> watches
wash --> washes
fix --> fixes
do --> does
study --> studies
have --> has
word ending in -e:       + s
word ending in -ch:    + es:
word ending in -sh:    + es:
word ending in -x:       + es:
word ending in o-:      + es:
word ending in consonant + -y:    + ies.
word changes entirely: 

Slide 7 - Tekstslide

Fill in
1. She _______ noodles every Monday. (eat)
2. Wichai _______  computer every day. (play)
3. They _______  English well. (speak)
4. He _______  television every morning. (watch)
5. I _______  up late. (get)
6. My sister usually _______  nothing all day. (do)
7. The boys _______  in the pool. (swim)
8. My father _______  a new car. (drive)

  1.  eats
  2. plays
  3. speak
  4. watches
  5. get
  6. does
  7. swim
  8. drives

Slide 8 - Tekstslide

Zelf oefenen
Opdracht 6-7 op blz. 38
Opdracht 2-3 en 5 op blz 39

Klaar? Woordjes leren! :)

Slide 9 - Tekstslide

Present simple
Pak je schrift en een pen.
Laat de rest in je tas.

Slide 10 - Tekstslide

Schedule
Uitleg
samen oefenen
Blooket

Slide 11 - Tekstslide

Present simple
  • Affirmative
  • Negative
  • Question

Slide 12 - Tekstslide

Present continuous - negative
Negative sentence = als je zegt dat iets niet zo is

Onderwerp + do not/does not + werkwoord  + rest van de zin

I don't have a dog.
She doesn't like you.

Slide 13 - Tekstslide

Make a correct sentence
  0. (I / not / like coffee)              ---->              I do not like coffee
  1. (I / not / live in Paris)
  2. (she / not / come from Spain)
  3. (John / not / work in a bank)
  4. (they / not / get up at eight o'clock)
  5. (we / not / go to the cinema every Friday)
  6. (you / not / read the newspaper every day)

Slide 14 - Tekstslide

Blooket

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Present simple
Pak je schrift en een pen.
Laat de rest in je tas.

Slide 17 - Tekstslide

Schedule
Uitleg
samen oefenen
zelf oefenen

Slide 18 - Tekstslide

Present simple
  • Affirmative
  • Negative
  • Question

Slide 19 - Tekstslide

Present simple questions
Question sentence = als je iets wil vragen

Do / does + onderwerp + werkwoord + rest van de zin

Do you like bowling?
Does she play football?

Slide 20 - Tekstslide

Uitzondering!!!
Als het werkwoord "to be" is vergeet je alle regels voor vraagzinnen en draai je alleen het onderwerp en het werkwoord om.

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Opdracht 5-6 op blz. 40
Opdracht 1-5 op blz. 43

Slide 22 - Tekstslide