les 4 chemische reacties

chemische reactie of niet?
Een chemische reactie is een reactie waarbij je voor de reactie andere stoffen hebt dan na de reactie. Kortom voor de reactie heb je andere moleculen dan na de reactie. Een voorbeeld van een chemische reactie is bijv. de verbranding van aardgas.

Bij een verandering van fase (een fase-overgang) veranderd welliswaar de toestand van een stof, maar niet de stof zelf, dit is dus GEEN chemische reactie kijk maar:

Stel je laat de stof water van fase overgaan:
Ijs (water in de vaste fase) + warmte —> water (vloeibare fase)

je hebt dan voor en na de reactie dezelfde stof, namelijk water.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

chemische reactie of niet?
Een chemische reactie is een reactie waarbij je voor de reactie andere stoffen hebt dan na de reactie. Kortom voor de reactie heb je andere moleculen dan na de reactie. Een voorbeeld van een chemische reactie is bijv. de verbranding van aardgas.

Bij een verandering van fase (een fase-overgang) veranderd welliswaar de toestand van een stof, maar niet de stof zelf, dit is dus GEEN chemische reactie kijk maar:

Stel je laat de stof water van fase overgaan:
Ijs (water in de vaste fase) + warmte —> water (vloeibare fase)

je hebt dan voor en na de reactie dezelfde stof, namelijk water.

Slide 1 - Tekstslide

verbranden (van aardgas)
je kunt de verbranding van aardgas weergeven in een reactieschema. In een reactieschema staan de beginproducten voor de pijl. Deze verdwijnen in de reactie en de atomen van de beginstoffen vormen nieuwe stoffen, de reactieproducten.

beginstoffen —> reactieproducten

voorbeeld:

aardgas (CH4) + zuurstof (O2) —> koolstofdioxide (CO2) + water (H2O)

Slide 2 - Tekstslide

Volledige verbranding aardgas (chemische reactie)

Slide 3 - Tekstslide

ontleden
Wanneer je water (H2O) onder stroom zet, dan ontleed water in losse atomen (H-atomen en (O-atomen). Ontleden van stoffen is het splitsen van moleculen waarbij nieuwe moleculen of elementen ontstaan. Dit kan gebeuren door de stof onder stroom te zetten of door verhitting. niet te verwarren met verbranden! bij verbranden is zuurstof nodig en bij ontleden niet! Ontleden is dus een chemische reactie, want de beginstof verdwijnt en er komen andere reactie producten voor terug.

Slide 4 - Tekstslide

corrosie
corrosie is een ander woord voor het aantasten van metalen onder invloed van stoffen in de lucht. Ijzer wordt bijv. aangetast door zuurstof en vocht. corrosie van ijzer is beter bekend onder de naam roesten. het laagje roest dat op ijzer ontstaat is poreus, dat wil zeggen dat deze stoffen gewoon door laat. water en zuurstof dringen dus door het roest laagje heen en ijzer wordt onder het roest ook aangetast tot het ijzer helemaal door geroest is. sommige metalen vormen een niet-poreus laagje bij het corroderen, neem bijv. het groene laagje corrosie op koper. koper rot dus niet door. Aluminium en lood rotten ook niet door, vanwege hun niet-poreuze corrosie laagje.

Slide 5 - Tekstslide

Femke smelt boter in een pan
Raoul steekt een papiertje in brand
Bij welke leerling/leerlingen vind een chemische reactie plaats?
A
Bij Femke
B
Bij Raoul
C
Bij allebei
D
Bij geen van beide

Slide 6 - Quizvraag

Adrie kookt een ei
Sanne haar fiets is aan het roesten
Bij welke leerling/leerlingen vind een chemische reactie plaats?
A
Bij adrie
B
Bij Sanne
C
Bij allebei
D
Bij geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Sheila bakt een afbakbroodje mooi bruin, dit is een voorbeeld van een ....
A
Verbrandingsreactie
B
Ontledingsreactie
C
Geen van beide

Slide 8 - Quizvraag

Welk metaal vormt een poreuze corrosie laag?
A
Goud
B
Aluminium
C
Koper
D
Ijzer

Slide 9 - Quizvraag

Welk metaal kan NIET door rotten onder invloed van corrosie?
A
Goud
B
Lood
C
Zilver
D
Ijzer

Slide 10 - Quizvraag

Verbranding is een reactie met:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 11 - Quizvraag

2 H2O --> 2 H2 + O2
Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming

Slide 12 - Quizvraag

maken vragen 7.4
Hierna nakijken

Slide 13 - Tekstslide