H4.3 les 1 1kgt

Vandaag gaan we:
  • De theorie van de vorige les(sen) herhalen.
  • Vragen stellen over het gemaakte huiswerk.
  • Vooruit kijken naar het volgende huiswerk en de bijbehorende theorie.
  • Bekijken wat we voor de volgende les moeten doen.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag gaan we:
  • De theorie van de vorige les(sen) herhalen.
  • Vragen stellen over het gemaakte huiswerk.
  • Vooruit kijken naar het volgende huiswerk en de bijbehorende theorie.
  • Bekijken wat we voor de volgende les moeten doen.

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 4.1
Hoe maak je dat?

Slide 2 - Tekstslide

Produceren
Het maken van goederen of het leveren van diensten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Productiekosten

Slide 6 - Tekstslide

Femke heeft 7 tafels gemaakt. De kostprijs per tafel is €235. Wat waren alle productiekosten?

Slide 7 - Open vraag

Kostprijs per product
Kostprijs per product = alle productiekosten : aantal producten

Voorbeeld:

De totale productiekosten zijn 10.000 euro en er worden 1000 producten gemaakt. 10.000 : 1000 = 10 euro per product

Slide 8 - Tekstslide

Welke 3
productiesectoren
ken je?

Slide 9 - Woordweb

Paragraaf 4.2
Wat levert het op?

Slide 10 - Tekstslide

Ken je iemand die ondernemer is?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

Waarom investeren bedrijven?
A
Omdat het moet
B
Om goedkoper en beter te kunnen produceren
C
Om alleen goedkoper te kunnen produceren
D
Omdat investeren in het bedrijfsleven verplicht is.

Slide 13 - Quizvraag

Adidas en Nike ... om dezelfde markt met sporters. Het is vechten geblazen om de populariteit van hun artikelen te verstevigen.
A
confirmeren
B
concurreren
C
couperen
D
construeren

Slide 14 - Quizvraag

Hoe bereken je de winst?
A
Winst = Opbrengsten + Kosten
B
Winst = Opbrengsten
C
Winst = Opbrengsten/Kosten
D
Winst = Opbrengsten - Kosten

Slide 15 - Quizvraag

Als de opbrengsten lager zijn dan de kosten dan...
A
maak je winst
B
maak je verlies
C
Maak je geen verlies en geen winst

Slide 16 - Quizvraag

Zijn er opdrachten of onderwerpen uit deze paragraaf waar je (extra) uitleg over zou willen hebben?

Slide 17 - Open vraag

Leerdoelen:
  • Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn
  • Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is
  • Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen

Slide 18 - Tekstslide

Technologische ontwikkelingen
Vernieuwingen en verbeteringen aan producten en manieren van produceren doordat de techniek zich steeds verder ontwikkelt, noemen we technologische ontwikkelingen.

Slide 19 - Tekstslide

Noem twee technologische ontwikkelingen die jouw leven makkelijker maken?

Slide 20 - Woordweb

Mechanisatie en automatisering

Slide 21 - Tekstslide

Mechanisatie VS automatisering
Mechanisatie: machines nemen het werk over van de mens.

Automatisering: computers sturen de machines aan. Mens hoeft vrijwel niks meer te doen. 

Slide 22 - Tekstslide

Computers die machines besturen
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 23 - Quizvraag

Machines nemen het werk over van mensen.
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 24 - Quizvraag

Leiden mechanisatie en automatisering tot een hogere of lagere arbeidsproductiviteit?
A
Hoger
B
lager

Slide 25 - Quizvraag

Arbeidsproductiviteit

Slide 26 - Tekstslide

Tot slot:

  1. Kijk het huiswerk van de vorige les na met het nakijkblad in de bijlage in Magister. 
  2. Als je de rekenvragen fout had bekijk je de video met de uitwerking van de rekenvragen (link in Magister).
  3. Bekijk en beluister de video met uitleg over de theorie (link in Magister)
  4. Maak het huiswerk en stuur daarvan foto's op naar de juf.

Slide 27 - Tekstslide