H4.4 les 3 1kgt

Vandaag gaan we:
  • De theorie van de vorige les(sen) herhalen.
  • Vragen stellen over het gemaakte huiswerk.
  • Bekijken wat we voor de volgende les moeten doen.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag gaan we:
  • De theorie van de vorige les(sen) herhalen.
  • Vragen stellen over het gemaakte huiswerk.
  • Bekijken wat we voor de volgende les moeten doen.

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 4.1
Hoe maak je dat?

Slide 2 - Tekstslide

Produceren
Het maken van goederen of het leveren van diensten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Productiekosten

Slide 6 - Tekstslide

Luc heeft 18 tafels gemaakt. De kostprijs per tafel is €43,50. Wat waren de totale productiekosten?

Slide 7 - Open vraag

Kostprijs per product
Kostprijs per product = alle productiekosten : aantal producten

Voorbeeld:

De totale productiekosten zijn 10.000 euro en er worden 1000 producten gemaakt. 10.000 : 1000 = 10 euro per product

Slide 8 - Tekstslide

Welke 3
productiesectoren
ken je?

Slide 9 - Woordweb

Paragraaf 4.2
Wat levert het op?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een ondernemer?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

Waarom investeren bedrijven?
A
Omdat het moet
B
Om goedkoper en beter te kunnen produceren
C
Om alleen goedkoper te kunnen produceren
D
Omdat investeren in het bedrijfsleven verplicht is.

Slide 13 - Quizvraag

Adidas en Nike ... om dezelfde markt met sporters. Het is vechten geblazen om de populariteit van hun artikelen te verstevigen.
A
confirmeren
B
concurreren
C
couperen
D
construeren

Slide 14 - Quizvraag

Hoe bereken je de winst?
A
Winst = Opbrengsten + Kosten
B
Winst = Opbrengsten
C
Winst = Opbrengsten/Kosten
D
Winst = Opbrengsten - Kosten

Slide 15 - Quizvraag

Als de opbrengsten lager zijn dan de kosten dan...
A
maak je winst
B
maak je verlies
C
Maak je geen verlies en geen winst

Slide 16 - Quizvraag

Paragraaf 4.3
Kan je het sneller en beter?

Slide 17 - Tekstslide

Technologische ontwikkelingen
Vernieuwingen en verbeteringen aan producten en manieren van produceren doordat de techniek zich steeds verder ontwikkelt, noemen we technologische ontwikkelingen.

Slide 18 - Tekstslide

Noem twee technologische ontwikkelingen die jouw leven makkelijker maken?

Slide 19 - Woordweb

Mechanisatie en automatisering

Slide 20 - Tekstslide

Mechanisatie VS automatisering
Mechanisatie: machines nemen het werk over van de mens.

Automatisering: computers sturen de machines aan. Mens hoeft vrijwel niks meer te doen. 

Slide 21 - Tekstslide

Computers die machines besturen
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 22 - Quizvraag

Machines nemen het werk over van mensen.
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 23 - Quizvraag

Leiden mechanisatie en automatisering tot een hogere of lagere arbeidsproductiviteit?
A
B
lager

Slide 24 - Quizvraag

Arbeidsproductiviteit

Slide 25 - Tekstslide

Paragraaf 4.4
En het milieu?

Slide 26 - Tekstslide

geef een voorbeeld van milieuschade

Slide 27 - Woordweb

Waardoor ontstaat
milieuschade?

Slide 28 - Woordweb

Milieuschade

Slide 29 - Tekstslide

Milieuschade:
Milieuschade onstaat door:
  • vervuiling van lucht, water en bodem
  • het verbruik van energiebronnen
  • het verbruik van grondstoffen
  • afval

Slide 30 - Tekstslide

Productie levert milieuschade op.
Welke bewering over milieuschade is juist?
A
Milieuschade is direct merkbaar
B
Herstellen is onmogelijk
C
Milieuschade is niet direct merkbaar
D
Consumptie levert geen milieuschade op

Slide 31 - Quizvraag

Wat is duurzaam produceren ?

Slide 32 - Open vraag

Duurzaam produceren
  • Duurzaam produceren = produceren zonder schade voor mensen/natuur voor nu en in de toekomst

Slide 33 - Tekstslide

Voor bedrijven is het goedkoper om ................... te produceren
A
milieuvriendelijk
B
duurzaam
C
milieuonvriendelijk

Slide 34 - Quizvraag

Wat betekent duurzaam produceren?
A
Produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs per product
B
Produceren op een manier dat het product langer blijft werken
C
Exportproducten produceren
D
Produceren zonder schade voor mens en milieu

Slide 35 - Quizvraag

Tot slot:

  1. Kijk het huiswerk van de vorige les na met het nakijkblad in de bijlage in Magister. 
  2. Bekijk en beluister de video's met uitleg over de theorie (link in Magister)

Slide 36 - Tekstslide