H5 wk 39 les 3 Samenstellingen tussenletters

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf: 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze les

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel

Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdregel:
Schrijf samenstellingen zoveel mogelijk aan elkaar:
kortetermijngeheugen
oudpapierhandelaar
timemanagementsvaardigheden


Slide 7 - Tekstslide

Opletten bij
-Namen: Anne Frankstraat
-Voorzetsels: het verschil tussen achterin de keuken en achter in de keuken.
-Getallen: driehondervierendertig, maar drieduizend achtenveertig. 
  Breuken: twee derde, een vierde

Slide 8 - Tekstslide

Tussen-n
Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van de samenstelling
-een znw is
-dat een meervoud heeft
-dat alleen op -en eindigt.

pan + koek, spin + wiel, lade + kast, spin + web, rijst + pap, asperge + soep

Slide 9 - Tekstslide

Pas op bij:
-Zaken die uniek zijn: maneschijn, zonnecollectoren
-Versteende samenstellingen: klerelijer, apekop
-Versterkende betekenis: reuzeleuk, retemoeilijk

Slide 10 - Tekstslide

Tussen-s
Stationsweg, stationsstraat

Slide 11 - Tekstslide

Tussenklanken in samenstelling

Slide 12 - Tekstslide

Maak een samenstelling van:
zon + schijn

Slide 13 - Open vraag

Maak de samenstelling:
beer + sterk

Slide 14 - Open vraag

Maak een samenstelling van:
staat + schuld

Slide 15 - Open vraag

Maak een samenstelling van
vis + kom

Slide 16 - Open vraag

Maak een samenstelling:
aap + trots

Slide 17 - Open vraag

Waarom schrijf je 'stationschef' met een tussen-s?

Slide 18 - Open vraag

Waarom schrijf je 'gedachtesprong' en niet 'gedachtensprong'?

Slide 19 - Open vraag

Waarom schrijf je 'tarwemeel'?

Slide 20 - Open vraag

Noteer nog een regel voor een samenstelling zonder tussen-en.

Slide 21 - Open vraag

Maak de samenstelling:
hier + tegen + over
A
Hiertegen over
B
Hier tegenover
C
Hier tegen over
D
Hiertegenover

Slide 22 - Quizvraag

Maak de samenstelling:
koffie + zetten
A
koffiezetten
B
koffie zetten

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide


Slide 26 - Open vraag


Slide 27 - Open vraag


A

Slide 28 - Quizvraag


A

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Woordweb

Hoofdletters
Aan het begin van een zin

Let op: 's Avonds lig ik in bed.

Slide 32 - Tekstslide

Hoofdletters
Bij persoonsnamen: Lotte Middendorp


Let op: mevrouw Van der Berg

Slide 33 - Tekstslide

Hoofdletters
Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten:

Feyenoord, Nederlandse Spoorwegen

Slide 34 - Tekstslide

Hoofdletters
Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten:

Feyenoord, Nederlandse Spoorwegen

Slide 35 - Tekstslide

Hoofdletters
Bij aardrijkskundige namen, merken, historische gebeurtenissen, straten, gebouwen, officiële feestdagen, titels van boeken en films

Let op: kerst / Kerstmis

Slide 36 - Tekstslide

Hoofdletters
GEEN hoofdletter bij:

- soorten: een glaasje bordeaux, een stukje camembert
- historische periodes: middeleeuwen
- afleidingen van feestdagen: kerstboom, paasvakantie
- maanden, dagen, jaargetijden, winstreken, religies en afleidingen daarvan

Slide 37 - Tekstslide

Hoofdletter?
Hij komt uit Frankrijk, dus het is een ...
A
fransman
B
Fransman

Slide 38 - Quizvraag

Hoofdletter?
De ... was een ingrijpende gebeurtenis.
A
watersnoodramp
B
Watersnoodramp

Slide 39 - Quizvraag

Hoofdletter?
Een belangrijke feestdag bij het ... is Chanoeka
A
jodendom
B
Jodendom

Slide 40 - Quizvraag

Hoofdletter?
Het is ..., dus de ... begint bijna.
A
september/herfst
B
September/herfst
C
september/Herfst
D
September/Herfst

Slide 41 - Quizvraag

Meervoud op -s
- Schrijf de -s aan het woord als de uitspraak correct blijft (maneges, dominees, bureaus)

- Schrijf de -s niet het woord vast bij uitspraakproblemen 
(auto's, sudoku's, kiwi's)

Let op: woorden die eindigen op een y (met daarvoor een medeklinker) krijgen in het meervoud een 's (jury's, en cowboys) 

Slide 42 - Tekstslide

Veelvoorkomende uitzonderingen
Fotograaf 
Fotografen


Paragraaf
Paragrafen 

Slide 43 - Tekstslide

Onbeklemtoond meervoud
Perzik, havik, monnik

In deze woorden ligt de klemtoon op de eerste lettergreep.  Omdat de tweede lettergreep geen nadruk krijgt, wordt de -k in het meervoud niet verdubbeld.

Slide 44 - Tekstslide

0

Slide 45 - Video

Trema
- Klemtoon op -ie? Extra e 
- Klemtoon niet op -ie? Geen extra e 


Industrieën 
Poriën

Slide 46 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Bij woorden die op een klinker eindigen, is er meestal een klinkerverdubbeling. 

café - cafeetje
kiwi - kiwietje 

Slide 47 - Tekstslide

Wat is het verkleinwoord van oma?
A
oma'tje
B
omaatje

Slide 48 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van taxi?
A
taxi'tje
B
taxietje
C
taxitje

Slide 49 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van sms?
A
smsje
B
sms-je
C
sms'je

Slide 50 - Quizvraag

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineas
B
alinea's

Slide 51 - Quizvraag

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 52 - Quizvraag

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 53 - Quizvraag