Taal Actief - Groep 7 - Thema 3 - les 9

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leenwoorden
Leenwoorden zijn woorden die uit een andere taal komen maar zovaak gebruikt worden dat ze in het Nederlands zijn opgenomen. Engelse leenwoorden
hebben een bekende klank, maar je schrijft de woorden op een Engelse manier

Slide 2 - Tekstslide

cake, flat en musical 
De a klinkt in dit engels leenwoord anders dan in het nederlands

Slide 3 - Tekstslide

Bagage, maillot
Het laatste stukje uit deze franse woorden spreek je anders uit dan je bij nederlandse woorden zou doen. 

Slide 4 - Tekstslide

leenwoorden

Slide 5 - Woordweb

Luister naar het verhaal.
Als je een leenwoord hoort, schrijf je dit op. Het zijn er 6, probeer ze allemaal te noteren.

Slide 6 - Open vraag

Iedere middag pak ik mijn skateboard.
Wat is het leenwoord?
En uit welke taal komt dit leenwoord?

Slide 7 - Open vraag

Ik rijd het eerste stuk netjes over het trottoir.
Welk woord, welke taal?

Slide 8 - Open vraag

Langs de garage van Co Meijer loop ik gewoon.
Woord, taal?

Slide 9 - Open vraag

Tot ik bij de halfpipe ben aangekomen.

Slide 10 - Open vraag

Volgens mijn horloge doe ik er 5 minuten over om er te komen.

Slide 11 - Open vraag

Dit vind ik leuker dan een potje voetbal of hockey!

Slide 12 - Open vraag

Uit welke taal gebruiken wij in nederland de meeste leenwoorden?
A
Amerikaans
B
Frans
C
Engels
D
Duits

Slide 13 - Quizvraag

Zaterdag en zondag vormen samen een ........
Welk leenwoord? Uit welke taal 'geleend?

Slide 14 - Open vraag

Een vraaggesprek tussen twee mensen.

Slide 15 - Open vraag

Lange sliertjes pasta

Slide 16 - Open vraag

Wanneer je je werk goed heb gedaan, plak ik een ....... in je schrift.

Slide 17 - Open vraag

Een puzzel waarbij je de cijfers 1 tot 9 in een rooster moet invullen

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Hoe noem je de baan in de vorm van een halve ton om op te skaten of skateboarden?

Slide 20 - Open vraag