Weerbaarheid en agressie

Omgaan met agressie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Omgaan met agressie

Slide 1 - Tekstslide

Frustratie-agressie
Frustratie-agressie, die ontstaat als gevolg van verstrikt raken in procedures en processen, tussen wal en het schip vallen, van het kastje naar de muur gestuurd voelen. De laatste druppel is bereikt en de emmer loopt over in een emotionele uitbarsting van verbaal geweld. De reactie is gericht op de organisatie, de processen, niet op de persoon.

Slide 2 - Tekstslide

Instrumentele agressie
Instrumentele agressie is onacceptabel en manipulatief gedrag dat door de ander doelbewust wordt ingezet om zijn of haar zin te krijgen, om je te manipuleren of je te dwingen om iets van je gedaan te krijgen. Deze reactie is op jouw persoon gericht en kan heel intimiderend overkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Frustratie agressie

Erken het probleem
Betrek het niet op jezelf
Geef ruimte om stoom af te blazen
Kom niet meteen met een oplossing
Vraag wat jij kunt doen om te helpen
Probreer daarna SAMEN het probleem op te lossen

Instrumentele agressie

Blijf zakelijk
Geef duidelijk je grens aan. (fysiek)
Geef aan hoe je in gesprek wil
Geef kaders aan - over gesprek/gedrag
Indien nodig met een collega
Sluit af met een duidelijke afspraak / of ga over op de frustraie. 


HERKEN HET SOORT AGRESSIE

Slide 4 - Tekstslide

Omgaan met frustratie

Slide 5 - Tekstslide

Willekeurige agressie / pathalogische agressie

Agressie die voortkomt uit drugs-/alcoholgebruik of een psychische stoornis
1. Zorg voor een veilige uitweg voor jezelf en de ander
2. Schakel professionele hulp in.
3. Probeer vriendelijk en positief contact te leggen
4. Maak geen grappen, ga niet de discussie aan en beweeg mee met de ander

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan assertief reageren bij agressie
Luister goed naar de vraag
- De afweging van jouw belang tegen dat van de ander

Zeg kort en rustig wat je wilt. 
- Breng je opstelling als een FEIT - dus geef objectief aan wat je ziet. 
Consequent (vasthoudend) blijven in woord en gedrag. Blijft de ander aandringen. Herhaal wat je wilt/blijf objectief. Vertel, indien nodig, waarom je iets niet wilt.

Sta stil bij de teleurstelling van de andere (frustratie agressie)

Gaat de andere door. Stop het gesprek. geef aan dat je hier niet van gediend bent. Hoe doe je dat?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe voorkom je agressie?
IK - boodschap. Vertel wat jij ziet, wat het me jou doet. betrek gaan anderen erbij. (bijvoorbeeld collega's)
Reageer niet gelijk.. Durf een stilte te laten vallen/ neem bedenktijd.
Wees eerlijk. Neem de ander serieus.
Geef aan hoe jij je in de situatie voelt. Schrik je van de ander? Intimideert de ander je? mensen hebben niet altijd door wat ze uitstralen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

1. noem de naam en maak een ondersteunend handgebaar
2. benoem het feit; gebruik de ik boodschap
3. benoem je grens, Ik vind.......
4. maak duidelijk wat je wel of niet wilt
5. bied een keuzemogelijkheid
letterlijke grenzen stellen
Oefenen met letterlijk grenzen stellen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht agressiekrant
Voorkant krant: 
Verzamel in 2tallen mogelijke voorbeelden van situaties rond conflicten. Geef bij elke voorbeeld minstens 2 oplossingen.
minstens 1 oplossing wat het verergerd en 1 oplossing wat het beter maakt.

Maak op de achterkant een agressiewijzer. Verdeel de verschillende soorten agressie in Groen, oranje en rood gedrag. 

Slide 15 - Tekstslide

Stemwave
1. Met zijn allen in een kring, ademhalen vanuit de buik. Stevig en hard roepen. 
2. Ruis maken. 2 personen vertellen elkaar iets. De rest van de groep blokkeerd dit door ruis. 
Hoe houd je dit het langs vol?

Slide 16 - Tekstslide

We herhalen hier de STOP-methode:
S – Stoom afblazen (laat iemand even uitrazen)
T – Tot de orde roepen (zeg dat je niet op deze manier verder wilt)
O – Opnieuw beginnen (begin het gesprek opnieuw)
P – Passen (lukt dat niet, stop dan het gesprek en verzoek de persoon de ruimte te verlaten of loop zelf weg).

Slide 17 - Tekstslide