4K - Lezen

Hoofdstuk 3
Feiten, meningen
En argumenten

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 
(nos, boek, artikel etc.)

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Feiten, meningen
En argumenten

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 
(nos, boek, artikel etc.)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Uitleg over hoofdstuk 3 Lezen (10 min).

  • Zelfstandig aan het werk met opdracht 2 t/m 3 van H3 lezen (25 min).

  • De les afsluiten (10 min).

Slide 2 - Tekstslide

De vorige les:





  • Hebben jullie bij meneer Duijf de fictie-opdracht afgerond.

  • Meneer Duijf gaat de opdrachten nakijken en jullie beoordelen. 

  • Extra tijd nodig voor de afronding? Dan mag je woensdagmiddag 14:30 - 16:30 in lokaal 264 de opdracht afmaken.

Slide 3 - Tekstslide

Dit kan/ken ik aan het einde van deze les:
  • Ken ik het verschil tussen feiten;

  • Meningen;

  • En argumenten

Slide 4 - Tekstslide

Mening of feit?
Ik vind wandelvakanties maar saai.

Tijdens wandelvakanties kom je op allerlei plekken.

Slide 5 - Tekstslide

Mening of feit?
Ik vind wandelvakanties maar saai. <- Mening

Tijdens wandelvakanties kom je op allerlei plekken. <- Feit

Slide 6 - Tekstslide

Mening of feit?
Mening: Kan je het eens of oneens zijn. Een mening herken je vaak aan woorden zoals Ik vind, volgens ons, zij denkt dat etc.

Feit: Kun je controleren door informatie op te zoeken over het onderwerp.

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten
Ik vind wandel vakanties saai, want ik lig liever op de bank.

Met een argument legt iemand uit waarom hij een bepaalde mening heeft. Argumenten zijn vaak te herkennen aan signaalwoorden: Want, omdat,  daarom en namelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Feit of mening?
1. Het planetarium in Franeker is gebouwd door Eise Eisinga.

2. Ik vind een Bitterbal de lekkerste snack, want de korst is zo krokant.

3. Ik vind Nederlands het allerleukste vak, daarom maak ik altijd mijn huiswerk.

4. Adrillen vindt elke eerste maandag van november plaats in Winschoten.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag met:
  • H3 Lezen: Opdracht 1 en 2.

Hoe? Per boek

Vragen:
Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 
langs.

Wat te doen als je klaar bent:
  • Opdracht 3, 4 en 5.

Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Steek je vinger op, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We zijn stil aan het werk. Steek je vinger op als je vragen hebt.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Feit of mening?
Welke uitspraak is waar?
  A Een feit kun je herkennen aan een signaalwoord. 
  B Een feit kun je controleren. 
  C Een feit moet altijd worden beargumenteerd. 

Slide 11 - Tekstslide

Feit of mening?
Welke uitspraak is waar?

A Een feit kun je herkennen aan een signaalwoord. 
B Een feit kun je controleren. 
C Een feit moet altijd worden beargumenteerd. 

Slide 12 - Tekstslide

De volgende les:
(Volgende week)
Gaan we aan H3 lezen afmaken en gezamenlijk nakijken. Heb je vandaag 1 t/m 2 nog niet af, maak deze dan thuis af.

Ik zet het huiswerk in It's Learning. Hier kan je het huiswerk inleveren door middel van een screenshot. Deadline is vrijdagmiddag 12:00

Ben je extra tijd nodig voor de afronding van de fictie opdracht? Dan mag je woensdagmiddag 14:30 - 16:30 in lokaal 264 de opdracht afmaken.

Slide 13 - Tekstslide