arm en rijk 4.1 met antwoorden

arm en rijk 4.1

geef max. 3 redenen
waarom producten
goedkoper worden
dankzij globalisering

door schaalvoordelen (grotere markt, dus meer productie en meer concurrenten), uitschuiving productie naar lagelonenlanden, geen invoerrechten

Let op: tijd-ruimte compressie is op zichzelf geen reden voor lagere kostprijs, maar een voorwaarde om met verplaatsing productie naar lagelonenlanden te kunnen beginnen

noem de grootste nadelen
van globaisering

de werkgelegenheid afgenomen in gebieden waar het productiewerk weg is gehaald

werknemers en nationale overheden hebben door de macht van multinationals minder invloed

meer transport van goederen (en dumpen van afval) gaat ten koste van het milieu

de kloof tussen arme en rijke landen is toegenomen  wel middengroep

de kloof binnen landen tussen rijke en arme mensen is toegenomen

welk begrip past hier het beste bij?

global shift (productie gaat van Westerse landen naar Azie)

noem twee redenen waarom hieruit blijkt
dat er sprake is van een
mondiale centrum-periferie verhouding

past allebei bij centrum-periferie

lage waarde van export uit Afrika: past bij grondstoffen die ze vooral uitvoeren. De centrumgebieden handelen vooral hoogwaardige eindproducten met elkaar.

Afrika voert vooral uit naar centrumgebieden, landen in Afrika handelen met elkaar veel minder want die hebben minder geld en waarschijnlijk ook dezelfde grondstoffen

waarom past dit heel erg NIET in het centrum-periferie model?

zuid-zuid handel. Semi-periferie (China) handelt niet met centrum maar met (overige semi)periferie

waarom heeft outsourcing
er toe geleid dat de wereldhandel
nog meer toename
dan de wereldproductie?

Door de uitschuiving van productie

- productie verplaatst naar lage lonen landen, wordt grotendeels weer verkocht in centrum. Vroeger werden die producten gewoon in centrum gemaakt EN verkocht. Dus kwamen dezelfde producten gewoon uit het magazijn van een Nederlands fabriek, nu is het grote kans dat het uit China komt