4.2 Waterstofbruggen

4.2 Waterstofbruggen
Kennen: waterstofbruggen
Kunnen: waterstofbruggen tekenen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.2 Waterstofbruggen
Kennen: waterstofbruggen
Kunnen: waterstofbruggen tekenen

Slide 1 - Tekstslide

Hogere molecuulmassa =
...... kookpunt

Slide 2 - Tekstslide

Hogere molecuulmassa =
hoger kookpunt

Slide 3 - Tekstslide

met
H2O: 18,016 u


H2S: 34,076 u


H2Se: 80, 976 u


H2Te: 129,616 u
Kookpunt:
??

-60 C


-41,25 C


-2,2 C

Slide 4 - Tekstslide

Water heeft een veel hoger kookpunt dan je zou verwachten op basis van molecuulmassa

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn in water nog andere bindingen aanwezig!
Deze binding komt tot stand doordat het zuurstofatoom in een watermolecuul het gemeenschappelijk elektronenpaar in de  atoombindingen sterker aantrekt dan de waterstofatomen.
Hierdoor bevinden de elektronen zich dichter bij het O‑atoom dan bij het H‑atoom en daardoor wordt het O‑atoom een beetje negatief geladen en de H‑atomen een beetje positief geladen.
Binas 40:
EN O: 3,5
EN H: 2,1

Slide 6 - Tekstslide

Een atoombinding waarbij lading verschuift heet een polaire atoombinding. Het negatief geladen O‑atoom van het ene watermolecuul kan dan het positief geladen H‑atoom van een ander watermolecuul aantrekken. Door deze aantrekkingskracht ontstaat een binding: de waterstofbrug of H‑brug.

Slide 7 - Tekstslide

Niet alleen tussen O- en H-atomen zijn polaire atoombindingen, ook tussen N- en H-atomen.
Binas 40:
EN N: 3,0
EN H: 2,1

Slide 8 - Tekstslide

Tussen C- en H-atomen is geen polaire atoombinding:

EN C: 2,5
EN H: 2,1
Dus waterstofbruggen (H-bruggen) ontstaan tussen moleculen die OH- en/of NH-groepen bevatten

Slide 9 - Tekstslide

Hoe meer OH- en/of NH-groepen -> hoe meer H-bruggen -> hoe meer aantrekking tussen moleculen -> hoe hoger het kookpunt

Slide 10 - Tekstslide

Aantekening

Slide 11 - Tekstslide