H2 §1, 2, 3 opbouw aarde, platentektoniek, aardbevingen, vulkanisme

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

H2 Endogene en exogene processen

§2.1 Opbouw van de aarde

§2.2 Platentektoniek en aardbevingen

§2.3 Vulkanisme

Verwering

1. endogene kracht
2. exogene kracht

'Aardbeving'

1. Endogene kracht
2. Exogene kracht

Het weer

1. Endogene kracht
2. Exogene kracht

Wat is de motor voor de platentektoniek?

1. Convectiestromen
2. De aardkern
3. De mantel
4. Lava

In het middellands zeegebied is er

1. sprake van een complexe platentektoniek met vooral convergente en transforme breuken
2. sprake van overwegend divergentie
3. sprake van vooral divergentie en transforme breuken

1. Convergent
2. Subductie
3. Transform
4. Divergent

1. Divergent
2. Convergent
3. Subductie
4. Transform

1. Transform
2. Convergent
3. Divergent
4. Subductie

Bij Convergerende platen

Subductie

Explosief

Stratovulkaan

*Caldera

ontstaan Caldera

Vulkanisme bij divergentie

Divergentie

Effusief

Schildvulkaan

Hotspot

Bij welke plaatbeweging kan vulkanisme ontstaan?

1. Transform en convergent
2. Divergent en transform
3. Convergent en divergent
4. Convergent, divergent en transform

Bij welke soort plaatbeweging ontstaan schildvulkanen?

1. Convergent
2. Convergent & Divergent
3. Transform
4. Divergent

IJsland

-

Welke plaatbeweging overheerst er bij IJsland?

1. Convergent
2. Divergent
3. Transform

De San Andreasbreuk ligt bij een ..... plaatgrens

1. convergente
2. divergente
3. transforme

Wat voor plaatbeweging vind je bij een mid-oceanischerug?

1. Transform
2. Divergent
3. Convergent
4. horizontaal

Een trog ontstaat bij:

1. Convergentie
2. Divergentie
3. Transforme beweging
4. Subductie

Stelling: Subductie is altijd convergentie, maar convergentie is niet altijd subductie.

1. Juist
2. Onjuist

Welke kenmerken horen bij schildvulkanen?

1. Dikke magma, groot oppervlak, flauwe helling, divergentie, hotspot
2. Dunne magma, groot oppervlak, flauwe hellingen, subductie, hotspot
3. Dikke magma, steile helling, klein oppervlak, subductie, explosieve uitbarsting
4. Dunne magma, groot oppervlak, divergentie, hotspot, rustige uitbarsting

Welke kenmerken horen bij stratovulkanen?

1. Dikke magma, groot oppervlak, flauwe helling, divergentie, hotspot
2. Dunne magma, groot oppervlak, flauwe hellingen, subductie, hotspot
3. Dikke magma, steile helling, klein oppervlak, subductie, explosieve uitbarsting
4. Dunne magma, groot oppervlak, divergentie, hotspot, rustige uitbarsting

Welk begrip zie je hier?

1. stratovulkaan
2. hotspot
3. Caldera
4. schildvulkaan

<<<------- dit is een ....

1. schildvulkaan
2. stratovulkaan
3. geen vulkaan
4. een ijsberg

Welke vulkaan ontstaat er hier?

1. Stratovulkaan
2. Schildvulkaan

Welke vulkaan is het gevaarlijkst?

1. spleetvulkaan
2. kegelvulkaan
3. schildvulkaan
4. calderavulkaan

Overzicht van vulkanen en vulkanisme

Eruptietype	Effusief vulkanisme	Explosief vulkanisme
Vulkaanvorm	Schildvulkaan Spleetvulkaan (spleeteruptie)	Stratovulkaan Calderavulkaan
Soort magma	Dun vloeibaar	Taai vloeibaar
Soort helling	Flauwe hellingen	Steile hellingen
Soort gesteente	basalt	Graniet
Ruimtelijke spreiding	Bij mid-oceanische ruggen Bij diepe breuken op de zeebodem of op het continent	In gebergtes bij een subductiezone Op eilandbogen bij een subductiezone
aardverschuiving	Kleine kans	Grote kans

 
  
  
  
 
 
  
  
  
 
 
  
  
  
 
 
  
  
  
 
 
  
  
  
 
 
  
  
  
 
 
  
  
  

Eruptietype	Effusief vulkanisme	Explosief vulkanisme
Vulkaanvorm	Schildvulkaan Spleetvulkaan (spleeteruptie)	Stratovulkaan Calderavulkaan
Soort magma	Dun vloeibaar	Taai vloeibaar
Soort helling	Flauwe hellingen	Steile hellingen
Soort gesteente	basalt	Graniet
Ruimtelijke spreiding	Bij mid-oceanische ruggen Bij diepe breuken op de zeebodem of op het continent	In gebergtes bij een subductiezone Op eilandbogen bij een subductiezone
aardverschuiving	Kleine kans	Grote kans

Gebergten bij plaatgrenzen

Twee continentale platen botsen

>>  convergerende plaatranden. 

Bijvoorbeeld" botsing tussen de Nazca-plaat en de Zuid-Amerikaanse plaat => Andesgebergte. 

Huidige gebergtevorming: Alpiene fase

Een voorbeeld van gebergtevorming door het botsen van twee platen met continentale korst, is de Himalaya.

Welke natuurverschijnselen doen zich voor bij convergentie?

1. Een aardbeving en een vulkaan
2. een aardbeving, vulkaan en gebergtevorming
3. Een aardbeving, gebergtevorming en een trog
4. Een aardbeving en gebergtevorming

Soms is de gebergtevorming in een oud gebergte nog aan de gang

1. JUIST
2. ONJUIST

Stelling: Subductie is altijd convergentie, maar convergentie is niet altijd subductie.

1. Juist
2. Onjuist

Dit is een...

1. ...jong gebergte
2. ...oud gebergte

Een gebergte dat 300 miljoen jaar oud is, is een ...

1. Jong gebergte
2. Oud gebergte

Wat is het gevolg van deze beweging?

1. Gebergte, vulkanen, trog en aardbevingen
2. Gebergte, vulkanen, trog
3. Vulkanen, gebergte
4. Aardbevingen, vulkanen, oceanische Rig

Breukgebergten

Breukgebergten ontstaan waar twee continentale platen uiteen drijven. Een

deel van het gebied langs de breuk komt omhoog (horst) of zakt weg (slenk).

Sleep de begrippen naar de juiste plek.

Horst

Slenk

Jong 
Gebergte

Oud 
gebergte

Plooiings-gebergte

Horsten en slenk

Jong 
Gebergte

Oud 
gebergte

Plooiings-gebergte

Horsten en slenk

Zoek nu voor jezelf de volgende begrippen op en maak daar een aantekening van in je schrift:

* Horsten
* Slenken
* gesteentekringloop
* drie soorten gesteenten
* hydrologische kringloop
* Soorten verwering
* erosie
* sedimentatie