Tekstverbanden en signaalwoorden

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Lezen
  • uitleg lesstof toets
  • oefenen met signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 2 - Tekstslide

Stil Lezen
timer
15:00
Stil lezen: Boeken boeien!

Slide 3 - Tekstslide

leerdoel: 
Oefenen met tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden
Aan signaalwoorden kun je zien welk verband er is tussen zinnen en alinea's. 

Je kunt eraan zien wat zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben. 

Slide 5 - Tekstslide

Tekstverbanden
  • opsomming; 
  • tegenstelling; maar, echter, toch...
  • reden; omdat, want, 
  • voorbeeld 

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden
  • oorzaak- gevolg
  • middel- doel
  • voorwaarde
  • conclusie

Slide 7 - Tekstslide


Slide 8 - Tekstslide

Er was een groot concert. De bekendste artiesten kwamen echter niet opdagen. Signaalwoord:
A
kwamen
B
echter
C
niet
D
artiesten

Slide 9 - Quizvraag

Welk tekstverband hoort hierbij?

Slide 10 - Open vraag

De minister wil meer ruimte, want veel mensen vragen hierom. Signaalwoord:
A
meer
B
klagen
C
want
D
veel

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstverband hoort hierbij?
A
oorzaak - gevolg
B
middel - doel
C
conclusie
D
reden

Slide 12 - Quizvraag

Er zijn veel nieuwe regels op school, zo moeten we 1,5 meter afstand houden. Signaalwoord:

Slide 13 - Open vraag

Welk tekstverband hoort hierbij?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
conclusie
D
voorwaarde

Slide 14 - Quizvraag

Pak bij spijbelgedrag niet alleen jongeren aan, maar ook hun ouders. Signaalwoord:

Slide 15 - Open vraag

Welk tekstverband hoort hierbij?

Slide 16 - Open vraag

Ik heb vanmorgen veel gedaan, ik heb gesport, gedoucht, ontbeten en gewerkt. Tekstverband:
A
voorbeeld
B
opsomming

Slide 17 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord herkende je dit tekstverband?

Slide 18 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een tegenstelling:

Slide 19 - Open vraag

Vul in:
Ik houd van leerlingen en van lesgeven ... ik vind mijn werk leuk.
A
daarom
B
dus
C
al met al
D
echter

Slide 20 - Quizvraag

Welk tekstverband is dit?

Slide 21 - Open vraag