Feitjes over Nederlands

Quiz over de Nederlandse taal: wat weet jij erover?!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Quiz over de Nederlandse taal: wat weet jij erover?!

Slide 1 - Tekstslide

In welk jaar werd er voor het eerst (een vroegere versie) van het Nederlands gesproken?
A
Rond het jaar 0
B
500
C
In de middeleeuwen
D
Vanaf 1500

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel % van de wereldbevolking heeft Nederlands als eerste taal?
A
0,1%
B
0,33%
C
1%
D
7,5%

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel mensen verstaan wereldwijd het Nederlands?
A
18 miljoen
B
25 miljoen
C
31 miljoen
D
40 tot 45 miljoen

Slide 4 - Quizvraag

Het Afrikaans is een dochtertaal van het Nederlands. Zo'n 16 miljoen mensen spreken dat! Begrijp jij het?
Wat betekent: braai?
A
Feest
B
Barbecue
C
Een soort kleding
D
Huis

Slide 5 - Quizvraag

En wat betekent het Afrikaanse woord: bakkie?
A
Een klein brood
B
Een kopje koffie
C
Een pick-up truck
D
Een soort vis

Slide 6 - Quizvraag

Engels
Arabisch
Mandarijn (Chinees)
Hindi
Spaans
Nummer 1 meest gesproken

Nummer 2 meest gesproken
Nummer 3 meest gesproken
Nummer 4 meest gesproken
Nummer 5 meest gesproken

Slide 7 - Sleepvraag

In het Nederlands hebben we een hoop woorden uit andere talen. Uit welke taal het meest?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Latijn

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking 'uitbuiken'
A
Herstellen na een ongeluk
B
Een dansbeweging
C
Iemand in de maling nemen
D
Tijd van rusten na het eten

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent de Oud-Nederlandse uitdrukking "de koe in de kont kijken"?
A
Iets proberen te begrijpen zonder de juiste informatie
B
Te veel tegelijk willen doen en daardoor het overzicht kwijt raken
C
Iemand onverwachte hulp aanbieden
D
In een uitzichtloze situatie belanden met geen hoop op verbetering

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking "iemand de neus afsnijden" in het Oud-Nederlands?
A
Iemand bedriegen
B
Iemand onterecht beledigen
C
Iemand de waarheid vertellen
D
Iemand in de maling nemen

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de onderstaande woorden heeft geen specifieke betekenis in andere talen (en is dus niet te vertalen)?
A
Wipwap
B
Mokken
C
Zandkasteel
D
Lantaarnpaal

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de onderstaande Engelse woorden komt niet uit het Nederlands?
A
Boss
B
Landscape
C
Cookie
D
Book

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de ondertaande Engelse woorden komt niet uit het Nederlands
A
Spook
B
Table
C
Waffle
D
Dike

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking "de boel op stelten zetten" in het Oud-Nederlands?
A
Iets regelen of organiseren
B
Iets opbouwen
C
Iets stevig neerzetten
D
Iets verstoren of chaos creëren

Slide 15 - Quizvraag