3.4 Kookpunt en smeltpunt

• Exact
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Deze les

Kookpunt smeltpunt

• Het kookpunt
• Het smeltpunt of vriespunt
• Het vriespunt verlagen
• VWO: Stearinezuur smelten en laten stollen
• VWO: Kooktraject mengsel

planning:

week 47: (deze week):  paragraaf 3.4

week 48:  oefentoets + voorbereiden toets

week 49: les 2 proefwerk hoofdstuk 3

week 50: proef voor ''cijfer''

Je kunt

- beschrijven wat er gebeurt als water kookt.

- beschrijven wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) van een stof zijn.

- uitleggen waarom het kookpunt en smeltpunt stofeigenschappen zijn.

- uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.

- in een temperatuur-tijddiagram smelt-, stol-, en kookgrafieken van een stof interpreteren.

- het verschil tussen een kookpunt en een kooktraject uitleggen aan de hand van een kookgrafiek in een temperatuur-tijddiagram. (VWO)

3.4 Kookpunt en smeltpunt

Het kookpunt = stofeigenschap

• kookpunt water 100 ^oC

3.4 Kookpunt en smeltpunt

Het kookpunt = stofeigenschap

• Zolang het water aan het koken is blijft de temperatuur 100 ^oC, we noemen dat het kookpunt.

3.4 Kookpunt en smeltpunt

Het smelt-/vries-/stolpunt = stofeigenschap

• De temperatuur van 0 ^oC noem je het smeltpunt van ijs of het vriespunt van water.
• Zolang het ijs aan het smelten is of het water aan het bevriezen is blijft de temperatuur 0 ^oC.

3.4 Kookpunt en smeltpunt

Het vriespunt verlagen

• Om het vriespunt van water te verlagen kun je een geschikte stof toevoegen, bijvoorbeeld zout of antivries..

3.4 Kookpunt en smeltpunt

Stearinezuur smelten en laten stollen

Tijdens het smelten/stollen blijft de temperatuur gelijk. 

(Alleen bij zuivere stoffen)

3.4 Kookpunt en smeltpunt

PLUS: Stearinezuur smelten en laten stollen

Tijdens het smelten/stollen blijft de temperatuur gelijk. 

(Alleen bij zuivere stoffen)

fase overgang

3.4 Kookpunt en smeltpunt

VWO: Kooktraject van een mengsel

• Wijn is een mengsel en bestaat voor  12% uit alcohol en voor 88% uit water.
• Wijn kookt ongeveer bij 80 ^oC.
• Wijn heeft geen kookpunt als water of alcohol, maar een kooktraject.
• Mengsels hebben een kooktraject.

3.4 Kookpunt en smeltpunt

VWO: Kookpunt versus kooktraject

kookpunt

kooktraject

3.4 Kookpunt en smeltpunt

VWO Kookpunt versus kooktraject

kookpunt

kooktraject

zuiver

mengsel

Maken

zie Its learning voor de weektaak.

Aan de slag (HAVO)

Leerroute A:

maak opdracht 1 t/m 8 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4

Leerroute B:

maak opdracht 4 t/m 10 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4

Leerroute C:

maak opdracht 11 + 12 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4 (groene vinkjes)

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Aan de slag (VWO)

Leerroute A:

maak opdracht 1 t/m 9 en opdracht 11 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4

Leerroute B:

maak opdracht 4 t/m 11 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4

Leerroute C:

maak opdracht 11 + 12 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4 (groene vinkjes)

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Welkom

pak een potlood en geodriehoek/liniaal.

vouw het papier 

dubbel

vouw het papier 

dubbel

neem de tabel 

hiernaast over

tijd (min)	temperatuur ( o C)
0	31
1	41
2	50
3	60
4	60
5	60
6	69
7	78

welke stof hoort bij de grafiek?

stof	smeltpunt ( o C)	kookpunt ( o C)
aceton	-95	57
azijnzuur	16,6	118
goud	1062	2000
kwik	-37	357
water	0	100
waxine	60	370

neem de tabel 

hiernaast over

maak de grafiek die 

hierbij hoort

tijd (min)	temperatuur ( o C)
0	23
1	31
2	40
3	48
4	57
5	57
6	57
7	63

welke stof hoort bij de grafiek?

stof	smeltpunt ( o C)	kookpunt ( o C)
aceton	-95	57
azijnzuur	16,6	118
goud	1062	2000
kwik	-37	357
water	0	100
waxine	60	370

Aan de slag (HAVO)

Leerroute A:

maak opdracht 1 t/m 8 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4

Leerroute B:

maak opdracht 4 t/m 10 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4

Leerroute C:

maak opdracht 11 + 12 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4 (groene vinkjes)

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Aan de slag (VWO)

Leerroute A:

maak opdracht 1 t/m 9 en opdracht 11 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4

Leerroute B:

maak opdracht 4 t/m 11 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4

Leerroute C:

maak opdracht 11 + 12 van §3.4 (in je schrift)

maak test jezelf online van §3.4 (groene vinkjes)

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw