Les 5: bloedsomloop

Les 5: bloedsomloop
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 5: bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet waar het bloedvatenstelsel uit bestaat.
- Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.


Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
-Herhalingsopgaven
-Extra uitleg
-Opgave bloedsomloop
-Flimpjes

Slide 3 - Tekstslide

Welk bloedonderdeel vervoert zuurstof?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen

Slide 4 - Quizvraag

Welke wand van het hart is het meest gespierd, de linker of rechterkamer? Leg uit waarom.

Slide 5 - Open vraag

Zuurstofarm bloed is in tekeningen/plaatjes altijd:
A
rood gekleurd
B
blauw gekleurd

Slide 6 - Quizvraag

Leverslagader
Poortader
Leverader
Voedingsstofrijk
Zuurstof-rijk
Naar het hart toe
Van het hart af
Zuurstof-arm
Zuurstof-arm

Slide 7 - Sleepvraag

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. 
Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 8 - Sleepvraag

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 9 - Sleepvraag

Goed om te weten
- Linkerhelft op plaatjes is rechterhelft in het echt en andersom (spiegelbeeld). 

- zuurstofarm bloed = op plaatjes altijd blauw gekleurd
- zuurstofrijk bloed = op plaatjes altijd rood gekleurd. 

- Bloedvaten die van het hart aflopen zijn altijd slagaders (ook als ze zuurstofarm bloed vervoeren zoals de longslagader).
- Bloedvaten die naar het hart toelopen zijn altijd aders (ook als ze zuurstofrijk bloed vervoeren zoals de longader).

rechterhelft 
linkerhelft

Slide 10 - Tekstslide

De bloedsomloop
Het bloedvatenstelsel van een mens bestaat uit het hart en de bloedvaten. Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten. Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. De weg die het bloed door het lichaam aflegt, heet bloedsomloop.

Slide 11 - Tekstslide

De bloedsomloop
In de afbeelding hiernaast is de bloedsomloop van een mens schematisch getekend. In het midden is het hart getekend. Je ziet dat het hart bestaat uit twee helften, de rechterharthelft en de linkerharthelft. De harthelften zijn van elkaar gescheiden door een tussenwand.

Je moet er bij alle afbeeldingen van het hart op letten dat ze in vooraanzicht zijn getekend. Je kijkt tegen het hart (van iemand aan). Hierdoor lijkt het alsof de tekening in spiegelbeeld staat. De rechterharthelf staat links in de afbeelding en de linkerharthelft staat rechts.

Slide 12 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Het hart is een dubbele pomp. De rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de rechterlong en de linkerlong. Vanuit de beide longen stroomt het bloed weer terug naar het hart. Dit deel van de bloedsomloop heet de kleine bloedsomloop. In de kleine bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht. Dit gebeurt in de longen.

Slide 13 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
Vanuit de kleine bloedsomloop komt het bloed in de linkerhelft van het hart. Deze harthelft pompt het bloed het hele lichaam door. Een deel van het bloed stroomt naar het hoofd en de armen. Een ander deel van het bloed stroomt naar de romp en de benen, Het bloed stroomt door de organen in alle lichaamsdelen. Vanuit deze organen stroomt het bloed weer terug naar de rechterhelft van het hart. Dit deel van de bloedsomloop heet de grote bloedsomloop.
In de grote bloedsomloop worden zuurstof en voedingstoffen (onder andere glucose) afgegeven aan de cellen en worden koolstofdioxide en andere afvalstoffen opgenomen in het bloed. Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart. De bloedsomloop bij de mens noemen we een dubbele bloedsomloop.

Slide 14 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 15 - Tekstslide

Bloedsomloop wordt nog wel eens verschillend schematisch weer gegeven.

Slide 16 - Tekstslide

Verder lezen
Lees nog eens over de bloedsomloop via deze link:
https://maken.wikiwijs.nl/140670#!page-5087351

Slide 17 - Tekstslide

5

Slide 18 - Video

00:12
Hoe groot is je hart ongeveer?

Slide 19 - Open vraag

01:43
Hoe worden de kleppen tussen de boezems en kamers genoemd?

Slide 20 - Open vraag

02:27
Welke drie fases kent het hartritme (in juiste volgorde)?
A
Hartpauze, kamer trekken samen, boezems trekken samen
B
Kamers trekken samen, boezems trekken samen, hartpauze
C
Boezems trekken samen, kamers trekken samen, hartpauze
D
Boezems trekken samen, hartpauze, kamers trekken samen

Slide 21 - Quizvraag

03:25
Hoe heet het bloedvat dat voedingsstoffen vervoert van de darmen naar de lever?

Slide 22 - Open vraag

03:56
Het uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide gebeurt in de longen. Is dit onderdeel van de kleine of grote bloedsomloop?

Slide 23 - Open vraag


Bij één bloedsomloop, stroomt het bloed...
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 24 - Quizvraag

Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed:
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen

Slide 26 - Quizvraag

Wat gebeurt er met zuurstof en koolstofdioxide in de grote bloedsomloop van de mens?

Slide 27 - Open vraag

Slagader in de kleine bloedsomloop
Ader in de kleine bloedsomloop
Slagader in de grote bloedsomloop
Ader in de grote bloedsomloop
Geef aan in de tabel of de bloedvaten zuurtstofarm of rijk bloed bevatten
Zuurstofarm
Zuurstofarm
Zuurstofrijk
Zuurstofrijk

Slide 28 - Sleepvraag

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
1. Rechterkamer
1. Linkerkamer
2.
2.
3.
3.
4.
4.
5.
5.
Geef de juiste volgorde van het stromen van het bloed aan in de tabel.
Holle aders
Rechterboezem
Longslagader
Aorta
Longen
Linkerboezem
Longader
Organen

Slide 29 - Sleepvraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 30 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Video