Hoofdstuk 2: 2.2 en 2.3

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

welkom bij de derde les

Afspraak: 

Nu gaan we echt starten met natuurkunde.

Alleen tijdens de momenten dat je telefoon nodig is voor de les is deze zichtbaar op andere momenten is het een 

te-laat briefje halen. tijdens uitleg en vragen stellen helemaal stil zijn en bij zelfstandig werken fluisteren. 

Vandaag

Lezen van 2.2 met uitleg 2.2 waar nodig 

Herhalen van 2.2 via LessonUp

Sommen nakijken met elkaar

Proefje 2.2 lezen 2.3 

sommen maken van 2.3 

Leerdoelen

Je kunt met de formule Q=E=P*t werken

Je kunt met de formule P= U*I werken

Je kunt een grafiek maken van een proef

Je weet wat temperatuur, tijd en warmte met elkaar te maken hebben. 

lezen 2.2  uit tekstboek

na het lezen 

waar nodig

de uitleg

Wat is het absolute nulpunt?

1. 0 graden Celsius
2. 273 graden Celsius
3. 273 Kelvin
4. -273 graden Celsius

Welke grootheid hoort bij Kelvin?

1. Lengte
2. Massa
3. Gewicht
4. Temperatuur

Hoeveel Kelvin is 100 graden Celsius

1. 373
2. 173
3. 73
4. -273

Wat is het koudste ?

1. 10 graden celsius
2. 273 Kelvin
3. 200 Kelvin
4. -10 graden Celsius

oefenen met omrekenen van graden Celsius naar Kelvin:
15 graden Celsius =

1. -258 K
2. 15 K
3. 288 K
4. 268 K

oefenen met omrekenen van Kelvin naar graden Celsius:
47 K =

1. 32 graden Celsius
2. 320 graden Celsius
3. - 126 graden Celcius
4. -226 graden Celsius

Energie verbruik

welke vragen van het huiswerk snapte je niet en wil je graag uitgelegd krijgen?

Q is Energie

maken van de opgaven van 2.2 

welkom bij de derde les 

ha deze les moeten we een beetje knallen. dus 2.3 en 2.4 

planning: 2.3 uitleg en dan maken (tijdens vragen 2.1 en 2.2 bespreken welke nodig zijn)

2.4 uitleg en dan maken. (tijdens vragen 2.2 en 2.3  bespreken welke nodig zijn)

lezen 2.3  uit tekstboek en 

blz. 50 en 51 uit werkboek 

na het lezen 

waar nodig

de uitleg

Wat is de formule om het energieverbruik te berekenen?

1. E = P : t
2. E = t : P
3. E = P x t
4. 0 = E : P x t

Een lamp van 50 W brandt van 18.00 tot 21.30 uur. Bereken het energieverbruik.

P = 0,05 kW t = 3,5 h E = P x t

1. 0,175 kW
2. 0,175 h
3. 0,175 kWh
4. 0,175 hKw

Het symbool voor vermogen is ......

1. t
2. U
3. P
4. I

Waarin meet je het vermogen?

1. Ampère
2. Volt
3. Watt
4. Uren

Wat betekent de afkorting E?

1. Energieverbruik
2. Vermogen
3. Elektriciteit
4. Tijd

Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?

1. Stroomsterkte en tijd
2. Vermogen en spanning
3. Spanning en tijd
4. Spanning en stroomsterkte

welke vragen van 2.1 en 2.2 zijn er die je nog niet begrijpt?

Volgende les 

Huiswerk afhebben zo niet dan maken we een afspraak. 

Gebruik de maandag-  en vrijdagmiddag flexuren van mij voor de vragen die je nog niet af hebt.

Bekijken van de filmpjes van meneer Wietsma

https://meneerwietsma.nl/alle-onderwerpen/ dan warmte en warmtetransport en isoleren bekijken. 

Aan de slag met het volgende

Terugvragen van de leerdoelen.

Hopelijk is 2.2 en 2.3  nu helder voor je zo niet kom dan naar mij toe en plannen we een moment voor extra uitleg tijdens de maandag- en/of vrijdagmiddag vakflexles Nask. Na 40 minuten starten we met 2.4