Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 Formuleren - foute verwijswoorden
Lees de groene stukken van de volgende bladzijdes:
- Blz. 68, 134 en 202.
Dit is de theorie. Hier gaan wij op letten tijdens het beoordelen van de schrijfopdracht.
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lees de groene stukken van de volgende bladzijdes:
- Blz. 68, 134 en 202.
Dit is de theorie. Hier gaan wij op letten tijdens het beoordelen van de schrijfopdracht.
Slide 1 - Tekstslide
H3 Formuleren
Fouten met verwijswoorden
Slide 2 - Tekstslide
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 3 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'leerling'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 4 - Quizvraag
In welke zin is het verwijswoord onjuist?
A
Hij noemde het aantal personen dat corona heeft.
B
Dat was mooi voor wie voor Ajax is.
C
Dat is wat je moet doen.
D
Hij las een boek wat hij van zijn oma kreeg.
Slide 5 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 6 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 7 - Quizvraag
Het verwijswoord 'hun' is in een zin altijd meewerkend voorwerp.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 9 - Quizvraag
Het, dit en dat zijn verwijswoorden.
Ze verwijzen naar:
A
de-woord enkelvoud
B
het-woord enkelvoud
C
woorden in het meervoud
D
een hele zin of een deel van een zin
Slide 10 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'auto'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 11 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'volk'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 12 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 13 - Quizvraag
Ik kan nu fouten met verwijswoorden herkennen en verbeteren.
A
Ja, dat lukt me prima.
B
Ik vind het nog wel lastig, dus ik moet nog meer oefenen.
C
Nee, ik snap het echt nog niet.
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
H3 Formuleren - foute verwijswoorden
Juli 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
09 02 24 VWO H2 formuleren fouten met verwijswoorden
Maart 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
09 02 24 VWO H2 formuleren fouten met verwijswoorden
Februari 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Remediëring schrijven
September 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Remediëring schrijven
Februari 2021
- Les met
26 slides
Nederlands als tweede taal
Secundair onderwijs
Formuleren H3 fouten met verwijswoorden
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Formuleren H3 fouten met verwijswoorden
April 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
foute verwijswoorden
Februari 2024
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3