In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et
bienvenue!!
Slide 1 - Tekstslide
Programme
Rétrospective
Les objectifs
Grammaire
Au travail
Slide 2 - Tekstslide
Traduis: méchant
A
moe
B
dankzij
C
gemeen
D
midden in
Slide 3 - Quizvraag
Traduis: le bac
A
het eindexamen
B
de winst
C
het voornemen
D
de plaats
Slide 4 - Quizvraag
Traduis: c'est con
A
dat is leuk
B
dat is stom
C
dat is verdrietig
D
dat is de rector
Slide 5 - Quizvraag
Traduis: la filière
A
het verdriet
B
de (school)benodigdheden
C
de stand
D
het profiel
Slide 6 - Quizvraag
Hoe ging de leestekst?
😒🙁😐🙂😃
Slide 7 - Poll
Nabespreken leestekst
Slide 8 - Tekstslide
Les objectifs
Ik begrijp de theorie over het bijvoeglijk naamwoord en kan deze op de juiste manier toepassen. Met andere woorden: ik kan het bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier vormen en op de goede plek in de zin zetten.
Ik kan een e-mail schrijven aan een correspondentievriend(in) waarin ik iets over mezelf vertel.
Slide 9 - Tekstslide
Grammaire
Het bijvoeglijk naamwoord, zie paragraaf 3 uit het Manuel.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Traduis: het zwarte haar
A
les cheveux noires
B
les cheveux noirs
C
les noires cheveux
D
les noirs cheveux
Slide 21 - Quizvraag
Traduis: het grote meisje
A
la grand fille
B
la fille grande
C
la grande fille
D
la fille grand
Slide 22 - Quizvraag
Traduis: de oude vrouw
A
la femme vieux
B
la femme vieille
C
la vieilles femmes
D
la vieille femme
Slide 23 - Quizvraag
Traduis: het goede cijfer
A
la bonne note
B
la bon note
C
la note bonne
D
la bonnes note
Slide 24 - Quizvraag
Traduis: de interessante film (m)
Slide 25 - Open vraag
Traduis: de jonge man
Slide 26 - Open vraag
Traduis: de goede auto's (v)
Slide 27 - Open vraag
Het mooie appartement (m)
Slide 28 - Open vraag
Faites une phrase
Maak een zin waarin je een van de twee volgende mannen omschrijft. Denk eraan dat je het bijvoeglijk naamwoord goed toepast. vul in op slide 27.
Slide 29 - Tekstslide
STROMAE
MBAPPÉ
Slide 30 - Tekstslide
Schrijf een zin over één van de twee mannen.
Slide 31 - Open vraag
Voilà, c'est tout. Schrijf hieronder wat je vandaag hebt geleerd. Merci!
Slide 32 - Open vraag
Au travail!
Unité 1
Faire: exercices 11, 13, 14, 15, 16 et 17 (inleveren via SOM) Apprendre: grammatica over het bijvoeglijk naamwoord, vocabulaire & phrases Écrire (FN en NF)