Deze zomer heb je een surfcursus gedaan. Je schrijft hierover een e-mail aan je Franse correspondentievriend(in). Vertel wat je hebt gedaan en hoe je het vond.
Schrijf 50 à 60 woorden. Gebruik in elk geval:
- 2x de passé composé;
- 1x de imparfait;
- 2 bijvoeglijke naamwoorden;
- 2 bijwoorden.