Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Toetsweek 3
Toetsweek 3
Herhaling
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Toetsweek 3
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Hoelang duurt het schoolexamen Nederlands in TW3 (zonder extra tijd)?
Noteer het aantal minuten.
Slide 2 - Open vraag
Wat is het leesdoel van de leesstrategie 'nauwkeurig lezen'?
A
Je wilt weten met wat voor tekst je te maken hebt.
B
Je wilt de tekst begrijpen.
C
Je wilt de tekst onthouden.
D
Je hebt een vraag en die wil je snel beantwoorden.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is géén leesstrategie (= manier van lezen)?
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
studerend lezen
D
activerend lezen
Slide 4 - Quizvraag
verkennend lezen
nauwkeurig lezen
studerend lezen
zoekend lezen
Je wilt de informatie in de tekst onthouden.
Je wilt weten met wat voor tekst je te maken hebt.
Je hebt een vraag en die wil je snel beantwoorden.
Je wilt de tekst begrijpen.
Slide 5 - Sleepvraag
Wat kun je doen als je twijfelt over een antwoord bij een meerkeuzevraag?
A
Vul de antwoorden waartussen je twijfelt allebei in.
B
Kies het antwoord bij de letter die als eerste in het alfabet voorkomt.
C
Streep de antwoorden weg die zeker niet goed zijn.
D
Laat de vraag open. Misschien vult de docent bij het nakijken het goede antwoord voor je in.
Slide 6 - Quizvraag
In welke volgorde staan de antwoorden van meerkeuzevragen altijd?
A
In alfabetische volgorde.
B
In willekeurige volgorde.
C
Oplopend van korte naar lange(re) zinnen.
D
Aflopend van lange naar korte(re) zinnen.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is géén functie van de inleiding?
A
Het onderwerp aangeven of beschrijven.
B
De aanleiding noemen.
C
De centrale vraag stellen.
D
Een toekomstverwachting uitspreken.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is géén functie van het slot?
A
Een conclusie geven.
B
De mening van de schrijver geven.
C
Een advies geven.
D
Een waarschuwing geven.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een kernzin?
A
De belangrijkste zin van een alinea.
B
Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.
C
De mening van de schrijver in één zin.
D
De eerste zin van de tekst.
Slide 10 - Quizvraag
De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de kernzin van de alinea.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
De kenmerken die horen bij het onderwerp, zijn:
A
een woord of paar woorden
B
een hele zin
C
vinden met orienterend lezen
D
staat meestal in het slot van de tekst
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een hulpmiddel bij het vinden van de hoofdgedachte?
A
Een woordenboek.
B
Het stellen van een vraag waarin het onderwerp is opgenomen.
C
Het stellen van de vraag: waar gaat de tekst over?
D
Het wegstrepen van voorbeelden en citaten.
Slide 13 - Quizvraag
opsommend tekstverband
concluderend tekstverband
tegenstellend tekstverband
redengevend tekstverband
uitleggend/voorbeeldgevend tekstverband
oorzaak-gevolg tekstverband
samenvattend tekstverband
dus
en
toch
zodat
zoals
maar
kortom
daarom
vervolgens
immers
daarentegen
niet alleen...maar ook
dan ook
alles bij elkaar
dat wil zeggen
want
Slide 14 - Sleepvraag
Juist of onjuist?
Een redengevend verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Juist of onjuist?
'Om te' is een vergelijkend signaalwoord.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Juist of onjuist?
De hoofdgedachte is datgene wat de schrijver over het onderwerp wil zeggen.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Tot welke tekstsoort behoort een klachtenbrief?
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van een reclametekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 19 - Quizvraag
Sleep de tekstvormen naar de bijbehorende tekstdoelen.
informeren
overtuigen
activeren
amuseren
stripverhaal
handleiding
schoolboektekst
filmrecensie
advertentie
roman
ingezonden brief
Slide 20 - Sleepvraag
Welke taal gebruik je in een zakelijke e-mail altijd? Meer antwoorden mogelijk.
A
Informeel
B
Formeel
C
Hallo
D
Beste of Geachte
Slide 21 - Quizvraag
Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte
Slide 22 - Quizvraag
Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,
Slide 23 - Quizvraag
Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,
Slide 24 - Quizvraag
Je schrijft de zakelijke e-mail aan Anke de Boer. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte mevrouw de Boer,
B
Geachte Anke de Boer,
C
Geachte mevrouw,
D
Geachte mevrouw De Boer,
Slide 25 - Quizvraag
Wat gebruik je na een alinea?
Slide 26 - Open vraag
Met welk woord begin je je zakelijke e-mail liever niet?
Slide 27 - Open vraag
Hoe sluit je een zakelijke e-mail af?
Slide 28 - Open vraag
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 29 - Quizvraag
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'opsomming'?
A
en
B
ook
C
daarna
Slide 30 - Quizvraag
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 31 - Quizvraag
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
maar
Slide 32 - Quizvraag
'Maar' is een signaalwoord. Bij welk verband hoort dit signaalwoord?
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
reden
D
opsomming
Slide 33 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met: 'Citeer een zinsgedeelte uit de tekst'
A
neem 1 zin uit de tekst over
B
neem 1 woord uit de tekst over
C
neem een stukje zin uit de tekst over
D
neem een paar zinnen uit de tekst over
Slide 34 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
4T Quiz leesvaardigheid
22 dagen geleden
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Quiz eindexamen 24
Maart 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
Quiz eindexamen 24
April 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
10/2 Schrijven zakelijke mail + lezen2h
December 2020
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Quiz eindexamen 24
April 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
Quiz CE Nederlands 23
Mei 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
Quiz CE Nederlands 24
April 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
Examentraining 2018
Mei 2018
- Les met
27 slides
door
Examentraining
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Examentraining