In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
10.3 Paradigma´s over ongelijkheid
Aan het einde van de les:
- Kun je onderscheiden hoe de vier verschillende paradigma´s over sociale ongelijkheid denken
- Kun je 2 praktijkvoorbeelden m.b.t. sociale ongelijkheid verklaren venuit de verschillende paradigma´s.
Slide 1 - Tekstslide
Leg in je eigen woord wat met sociale ongelijkheid wordt bedoeld.
Slide 2 - Open vraag
Sociale ongelijkheid
Een situatie waarin verschillen tussen mensen in de al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.
Slide 3 - Tekstslide
Kun je een actueel voorbeeld van sociale ongelijkheid geven?
Slide 4 - Open vraag
Paradigma´s en sociale ongelijkheid
- De verschillende paradigma´s hebben een uiteenlopende kijk op sociale ongelijkheid. Waar de een het als wellicht iets goeds ziet, ziet de ander het veel meer als een negatief verschijnsel.
Slide 5 - Tekstslide
1.
Slide 6 - Tekstslide
Doe een gok: hoe verschilt het functionalisme-paradigma van het conflict paradigma in de visie over sociale ongelijkheid?
Slide 7 - Open vraag
Functionalisme- paradigma
- Sociale ongelijkheid kan nuttig zijn voor een stabiele samenleving.
- Verschil tussen arm en rijk hoeft geen probleem te zijn.
- Herbert Gans (1927) armen en armoede hebben functies. Het kapitalistische systeem is afhankelijk van goedkope arbeid.
Conflict- paradigma
- Ons hele systeem is gebaseerd op sociale ongelijkheid.
- Macht, kennis en hulpbronnen zijn oneerlijk verdeeld in de maatschappij en wereld.
- Karl Marx: groep die alleen arbeid kan leveren is afhankelijk van de kapitaalbezitters. Ze worden uitgebuit en het systeem blijft in stand.
- Conflict leidt uiteindelijk tot een revolutie waarbij de machtsverhoudingen omver worden geworpen.
Slide 8 - Tekstslide
Kijk de video op de volgende slide en bedenk alvast hoe je de situatie van de gastarbeiders in Qatar vanuit het functionalisme en het conflict paradigma kan verklaren?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Hoe zou je sociale ongelijkheid tussen de rijke werkgevers in Qatar en de arme gastarbeiders verklaren vanuit het functionalisme-paradigma?
Slide 11 - Open vraag
Hoe zou je de situatie in Qatar verklaren vanuit het conflict-paradigma?
- Ongelijkheid is een construct gebaseerd op de interactie tussen mensen.
- Mensen geven dus betekenis aan ongelijkheid
- Door socialisatie worden dit soort constructen in stand gehouden.
Rationele-actor-paradigma
- Ongelijkheid is niet per se fout of onwenselijk.
- Het is het gevolg van de collectieve of individuele acties van mensen die gemaakt worden voor eigen belang.
- Het is daarbij altijd een afweging tussen de moeite dat iets kost, en de winst die ermee behaald kan worden.
- Dat betekent niet dat dat altijd tot egoïsme leidt. Het kan ook in het collectief belang zijn, om anderen de macht te geven (b.v. volksvertegenwoordigers).
Slide 13 - Tekstslide
Bekijk de volgende twee filmpjes op de volgende slider en denk alvast na over hoe het sociaal constructivsme en rationele actor- pardigma ongelijkheid in het onderwijs zouden kunnen verklaren?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Sociale ongelijkheid in het onderwijs: Hoe zou je dit vanuit het sociaal constructivisme paradigma verklaren?
Slide 17 - Open vraag
En hoe zou je ongelijkheid in het onderwijs verklaren vanuit het rationele-actor paradigma?
Slide 18 - Open vraag
Welk paradigma verklaart sociale ongelijkheid het beste volgens jou?