H4 Praktische Opdracht

Hoofdstuk 4:
Praktische opdracht
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4:
Praktische opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Het eindproduct
Bijvoorbeeld: 
- Je maakt een kaart                      - Je maakt een presentatie
- Je maakt een poster                   - Je maakt een vlog
- Je maakt een verslag                  - Je maakt een folder
- Je maakt een artikel                    - Je maakt een ......

Slide 2 - Tekstslide

Praktische informatie
  • werk alleen of in tweetallen
  • tijdens de les tijd om te werken
  • rest maak je thuis af
  • deadline: vóór toetsweek periode 4

Slide 3 - Tekstslide

De opdracht
We gaan drie landen met elkaar vergelijken vanuit de verschillende dimensies. 

- Een centrum land;
- een semi-perifeer land;
- een perifeer land.

Slide 4 - Tekstslide

Voordat je kan beginnen:
Drie dingen die je moet weten:
1/3    Het wereldsysteem;
2/3   15e eeuwse kolonisatie;
3/3   Hoe je landen kunt vergelijken.




Slide 5 - Tekstslide

1/3 Het wereldsysteem
Centrumland
Semi-perifeer land
Perifeer land

Slide 6 - Tekstslide

2/3 Ontstaan wereldsysteem

eind 15e eeuw
kolonialisme
Systeem waarin vooral Europese landen (overzeese) gebieden bezetten uit economische en/of strategische overwegingen of als potentieel vestigingsgebied.

Slide 7 - Tekstslide

3/3 Hoe vergelijk je landen?
Economisch:
BNP, Beroepsbevolking,
mate van globalisering

Politiek:
Corruptie, democratisch gehalte 

Demografisch
Geboorte- sterfte cijfer, verstedelijking

Sociaal-cultureel
Anafbetisme, Scholing, etc.  
Website
http://hdr.undp.org/en/countries
Website
https://www.gapminder.org/dollar-street

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoorbeeld

Slide 9 - Tekstslide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Dagelijks leven vergelijken (website: dollar street)
- Hoe wonen mensen in het land?
Hoe gaan mensen om met afval in het land?
- Hoe ziet een gem. familie eruit in het land?
- etc.

Slide 10 - Tekstslide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Economisch vergelijken
- Wat is het gemiddeld inkomen van het land?
- Wat importeert en exporteert het land?
- Met welke landen handelt het land veel?
- etc.

Slide 11 - Tekstslide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Politiek vergelijken
- Wat is het democratisch gehalte van het land?
- Hoe corrupt is het land?
- Met welke landen werkt het land samen?
- etc.


Slide 12 - Tekstslide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Demografisch vergelijken
- Wat is de levensverwachting in het land?
- Hoe zit de bevolkingsdiagram van het land eruit?
- Hoe verstedelijkt is het land?
- etc.


Slide 13 - Tekstslide

Nederland                   China                   Noord-Korea
Sociaal-cultureel vergelijken
- Tot welk cultuurgebied hoort het land?
- Hoe hoog is de analfabetisme graad in het land?
- Hoeveel jaar gaan mensen gem. naar school?
- etc.


Slide 14 - Tekstslide

Een voorbeeld: De afwas
Burkina Faso
Inkomen is 24 euro per maand
Vietnam
Inkomen 230 Euro per maand
Oostenrijk

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

De planning
Vandaag:        Je kiest één centrum-, semi-perifeer en een perifeer land
                            (bekijk volgende slide wat je vandaag gaat inleveren)

Deze week:    Je gaat deze drie landen met elkaar vergelijken
                           (Gebruik verschillende bronnen)

Periode 4:    Je brengt de regionale ongelijkheid van je perifere land in kaart                              én bedenkt een plan hoe het land zich kan gaan ontwikkelen.


Slide 18 - Tekstslide

Een voorbeeld: BNP
Maak het ook visueel: Foto's, kaarten, grafieken, etc.
Welk land is een centrum land? Semi-perifeer land? Perifeer land?
Centrum = Nederland
Semi-periferie = Brazilie
Periferie = Mali

Slide 19 - Tekstslide

Concreet vandaag...
Een word-document met daarin:
  • de namen van de drie landen


Minimaal 2 van de onderstaande dimensies die je gaat vergelijken
  • bewijs voor economische dimensie
  • bewijs voor demografische dimensie
  • bewijs voor politieke dimensie
  • bewijs voor sociaalculturele dimensie 

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden economische dimensie
Dit zijn maar voorbeelden...
natuurlijk mag je het anders doen!

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld 1
BNP
Bruto Nationaal Product = totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld. Het is een enorm groot geldbedrag (miljarden euro’s) dat alle inwoners van een land samen verdienen. We rekenen dit meestal per inwoner. 
Nederland
34.789
Brazilië
11.608
Mali
1.214
Uit deze gegevens kan je de centrum-periferie verhoudingen goed zien!
Zoek deze gegevens op in de statistieken in de atlas maak een staafdiagram.

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Primaire, secundaire en tertiaire sector
Wat zijn manieren om een inkomen te verkrijgen in een land? 
We maken een verdeling tussen primaire, secundaire en tertiaire sector.
Primair = landbouw, visserij en mijnbouw
Secundair = industrie
Tertiair = diensten 


Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Nederland
2.5 %
15.3 %
82.2 %
Brazilië
15.3 %
21.9 %
62%
Mali
85.8 %
2 %
12.2 %
Zoek deze gegevens op in de statistieken in de atlas
en maak per land een taartdiagram.  

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld 3
Burkina Faso
Inkomen is 24 euro per maand
Vietnam
Inkomen 230 Euro per maand
Oostenrijk

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeelden Demografische dimensie
Dit zijn maar voorbeelden...
natuurlijk mag je het anders doen!

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld 1

In een perifeer land zijn de sterftecijfers vaak veel hoger dan in een centrum land. 
Sterftecijfer
Dit is hoeveel mensen er overlijden per jaar
Zoek deze gegevens op in de statistieken in de atlas maak een staafdiagram.

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Bevolkingsopbouw
Bevolkingsdiagrammen laten de bevolkingsopbouw van een land zien. Hoeveel vrouwen van elke leeftijd zijn er? En hoeveel mannen? 
Perifere landen = piramide vorm
Semi-periferie = granaat
Centrum landen = urn
Zoek bevolkingsdiagrammen op van je landen op internet. 

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld 3 (deel 1)
Verstedelijkingstempo- en graad
Verstedelijkingsgraad = hoeveel mensen wonen er in een stad
Verstedelijkingstempo = hoe snel verhuizen mensen van het platteland naar de stad. 
Gebruik bijv. deze kaart: op hoeveel procent zitten jouw landen?
In arme landen is de urbanisatiegraad laag, maar de steden groeien er snel, veel sneller dan in de rijke landen.

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld 3 (deel 2)
Verstedelijkingstempo- en graad
Verstedelijkingsgraad = hoeveel mensen wonen er in een stad
Verstedelijkingstempo = hoe snel verhuizen mensen van het platteland naar de stad. 
Gebruik bijv. deze kaart: op hoeveel procent zitten jouw landen?
 In de rijke landen woont gemiddeld bijna 80% van de mensen in een stad.

In de minder ontwikkelde gebieden is dat 47%. 

In de minst ontwikkelde landen 32%.

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeelden Politieke dimensie
Dit zijn maar voorbeelden...
natuurlijk mag je het anders doen!

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeld 1 
Corruptie
Corruptie = 
Gebruik bijv. deze kaart: op hoeveel procent zitten jouw landen?
 In de rijke landen woont gemiddeld bijna 80% van de mensen in een stad.

In de minder ontwikkelde gebieden is dat 47%. 

In de minst ontwikkelde landen 32%.

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Sterke en zwakke staten
Sterke staten zijn bestuurlijk goed georganiseerd en spelen een grote rol in de politiek, de economie en de cultuur in de wereld.
Gebruik bijv. deze kaart: op hoeveel procent zitten jouw landen?

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeelden Sociaal-culturele dimensie
Dit zijn maar voorbeelden...
natuurlijk mag je het anders doen!

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Analfabetisme
Dat mensen niet kunnen lezen of schrijven. 
Zoek deze kaart in de atlas: op hoeveel procent zitten jouw landen?

Slide 34 - Tekstslide

Rijtje indicatoren die je kan bekijken:
Economisch:
BNP, Beroepsbevolking, globaliseringsindex

 Politiek:
Corruptie, democratisch gehalte, zwakke en sterke staten

Demografisch
Geboorte- sterfte cijfer, verstedelijking

Sociaal-cultureel
Anafbetisme, hoeveel meisjes naar school gaan,  

Slide 35 - Tekstslide

Bonus:
Een hele gave indicator is de Human Development Index (HDI)

Deze bekijkt verschillende dimensies samen!

Zoals:
- inkomen
- analfabetisme
- sterftecijfer

Je kan hier kaarten over vinden in de atlas of kijk eens op:
http://hdr.undp.org/en/countries

Slide 36 - Tekstslide

Bonus:
Zegt geld en een lang leven nou alles over geluk?

Bekijk eens hoe jouw landen scoren op de World Happiness Index! 


 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link