H: Verlichting/Franse Revolutie #4

Wat betekent absolutisme?
A
Dat een heerser alleen de macht met adel deelt
B
Dat de monarchie wordt afgeschaft
C
Dat een heerser alle (absolute) macht heeft
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat betekent absolutisme?
A
Dat een heerser alleen de macht met adel deelt
B
Dat de monarchie wordt afgeschaft
C
Dat een heerser alle (absolute) macht heeft

Slide 1 - Quizvraag

Welk onderdeel vd Trias Politica maakt de regels?
A
Wetgevende
B
Uitvoerende
C
Rechtsprekende

Slide 2 - Quizvraag

In welke stand past het beroep pastoor?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 3 - Quizvraag

In welke stand past het beroep rijke kledingwinkelier?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 4 - Quizvraag

Was moest de Derde Stand níet doen?
A
Opdraaien voor de belasting
B
Klusjes voor de heer
C
Verplicht onderwijs over het geloof
D
Oogst binnenhalen

Slide 5 - Quizvraag

Uit hoeveel procent van de bevolking de Derde Stand?
A
80
B
90
C
95
D
75

Slide 6 - Quizvraag

In 1788 kwam Frankrijk onder koning Lodewijk XVI diep in de schulden.
Lodewijk riep de Staten-Generaal bij elkaar:
In Frankrijk waren dit de leiders van de Drie Standen + Koning.

Hoewel de Derde Stand veel groter was; werd er over besluiten gestemd per stand, waardoor de Derde Stand telkens het onderspit delfde en de belasting moest gaan betalen. Tegelijkertijd was er hongersnood.

De Derde Stand werd woedend en besloot haar eigen vergadering te openen: de Nationale Vergadering.  
De koning was de NV eerst goed gezind maar haalde uit angst het leger erbij. Hierdoor kwam de Derde Stand in opstand.

Slide 7 - Tekstslide

De Nationale Vergadering maakte een grondwet:
Een wet waarin elke burger gelijke rechten kreeg.

Ze schaften de privileges van adel en geestelijkheid af en plunderde hun landen/kastelen.

Ze maakten de Verklaring voor de Rechten van de Mens waarin iedereen gelijk was en dezelfde rechten had.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De revolutie begon toen de boze burgers de Bastille gevangenis bestormden; waar de koning iedereen die hij maar wil zonder reden mocht vastzetten.
Deel van de adel, leger, geestelijkheid koos de kant van de revolutionairen.

Oorzaken Franse Revolutie:
- Hoge belasting
- Hongersnood
- Oneerlijkheid in de standensamenleving (ancién regime)

Gevolgen:
- Afschaffing privileges 1e en 2e stand
- Invoering grondwet en verklaring van rechten

Slide 10 - Tekstslide

De revolutie was in het buitenland niet populair. Deze koningen (en adel) wilden niet dat de ideeën van de revolutie over zouden springen, dus verklaarden ze Frankrijk de oorlog met als doel het koningshuis te herstellen.

De oorlogen waren erg zwaar, daarnaast  bevocht iedereen elkaar ín Frankrijk zelf voor de macht in  en hadden ze andere ideeën hoe het land bestuurd moest worden.

In deze tijd kwam er veel angst en wantrouwen in Frankrijk. Deze periode noemen we de Terreur.
Iedereen die tegen de revolutie was (of daarvan werd beschuldigd) werd omgebracht met de guillotine. Tienduizenden Fransen werden onthoofd, waaronder ook koning Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie Antoinette.

Deze periode van angst,  

Slide 11 - Tekstslide

1789: Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen.
Derde stand vertrekt uit protest en sticht de Nationale Vergadering.

1791: Invoering Grondwet.

1792-94: De Terreur. 92': oorlog met buitenland, 93': onthoofding koning.




Slide 12 - Tekstslide

Wie zaten er in de Staten-Generaal in Frankrijk?
A
De vertegenwoordigers van de gewesten
B
De vertegenwoordigers van de 3 standen
C
De vertegenwoordigers van de 1e en 2e stand
D
De koning en adel

Slide 13 - Quizvraag