Les 5.3 - Nieuws

Les 5.3 - Nieuws
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Uitleg bij §1 van het Thema media. Methode: Thema's Maatschappijleer

Onderdelen in deze les

Les 5.3 - Nieuws

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 9 (blz 86 - WB)

Slide 2 - Tekstslide

Populaire kranten en kwaliteitskranten

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 11 (blz 87 - WB)

Slide 4 - Tekstslide

Publieke omroepen
Deze zenders krijgen geld van de overheid
Mediawet: informatie, nieuws, cultuur

Slide 5 - Tekstslide

Commerciele omroepen


Zenders die winst willen maken en aan televisie kijken willen verdienen.


RTL, SBS, VERONICA, NET5

538, QMUSIC 

Slide 6 - Tekstslide

Vragen 5.3
1. Door wie wordt er bepaald wat er in de krant komt of op het journaal?
2. Hoe heten de bedrijven waar zij voor werken?
3. Welke 6 vragen worden gesteld voordat een bericht nieuws is?
4. Op welke 3 manieren komen journalisten aan berichten?
5. Wat wordt er bedoeld met 'hoor en wederhoor'?
6. Wat is het verschil tussen 'objectief' en 'subjectief'? 
7. Zijn feiten objectief of subjectief? en meningen?
8. Wanneer noemen we een bericht nepnieuws?
9. Waarom wordt het steeds lastiger om nepnieuws te herkennen?

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer is iets nieuws?
1. Actueel?
2.  Bijzonder?
3. Belangrijke/bekende personen?
4. Hoe dichter bij, hoe interessanter
5. Belangrijk voor samenleving?

Slide 8 - Tekstslide

Is nieuws betrouwbaar?
1. Bron vermelden
2. Inforatie moet gecontroleerd zijn
3. Hoor en wederhoor
4. Alleen feiten, geen meningen

Slide 9 - Tekstslide

FEITEN OF MENINGEN?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vragen 5.3
1. Door wie wordt er bepaald wat er in de krant komt of op het journaal?
2. Hoe heten de bedrijven waar zij voor werken?
3. Welke 6 vragen worden gesteld voordat een bericht nieuws is?
4. Op welke 3 manieren komen journalisten aan berichten?
5. Wat wordt er bedoeld met 'hoor en wederhoor'?
6. Wat is het verschil tussen 'objectief' en 'subjectief'? 
7. Zijn feiten objectief of subjectief? en meningen?
8. Wanneer noemen we een bericht nepnieuws?
9. Waarom wordt het steeds lastiger om nepnieuws te herkennen?

Slide 12 - Tekstslide

Superhandig, die stuurverwarming
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quizvraag

Hij gaat drie keer per dag naar het toilet
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 14 - Quizvraag

De toets was lastiger dan ik had verwacht.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quizvraag

Ommen is saai.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quizvraag

Sigaretten bevatten nicotine en teer.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quizvraag

Lezen: 5.3 - 
Nieuws (blz 74/75 - TB) 
Maken:Opdracht 1 t/m 11 (blz 88)
AAN DE SLAG!
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide