In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema Media 5.1/5.2/5.3
Slide 1 - Tekstslide
H5.1 Communicatie
Slide 2 - Tekstslide
Persoonlijk of massaal
Als je communiceert is er één zender en één ontvanger.
Maar je ontvangt ook informatie die voor veel mensen is bedoeld, bijvoorbeeld via tv of een website.
Massa-communicatie
Massamedia
Openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt.
Media die een grote groep bereiken.
Slide 3 - Tekstslide
Waar gebruiken we de media voor?
Kennis en nieuws
Ontspanning
Contact
Laten zien wie je bent
Slide 4 - Tekstslide
Mediawijsheid
Je bent mediawijs als je:
Voorzichtig bent met het delen van je privégegevens
Kritisch omgaat met de informatie die je hoort of ziet
Stel vragen:
Van wie komt de informatie en wat is het belang van de zender?
Wil de zender mij informeren of iets verkopen?
Wat zeggen andere media over deze informatie?
Slide 5 - Tekstslide
Bij communicatie is er altijd sprake van een..... en een.....?
A
Prater en ontvanger
B
Zender en ontvanger
C
Geheime zender en radio
Slide 6 - Quizvraag
Waar gebruiken we media voor?
A
Kennis en geen kennissen
B
Kennis en nieuws
C
Laten zien we je bent
D
Geen ontspanning
Slide 7 - Quizvraag
H5.2 Verschillende soorten media
Kranten en tijdschriften
Bij kranten en tijdschriften maak je onderscheid tussen twee soorten bladen:
Populaire krant
Kranten die zich meer op sensationeel nieuws richten. Ze besteden bijvoorbeeld meer aandacht aan sport, criminaliteit en shownieuws.
Kwaliteits-krant
Serieuzere kranten die uitgebreidere achtergrond-informatie geven over bijvoorbeeld politiek en economie.
Slide 8 - Tekstslide
Kranten en tijdschriften
Bij kranten en tijdschriften maak je onderscheid tussen twee soorten bladen:
Populaire krant
Kwaliteits-krant
Kranten die zich meer op sensationeel nieuws richten. Ze besteden bijvoorbeeld meer aandacht aan sport, criminaliteit en shownieuws.
Serieuzere kranten die uitgebreidere achtergrond-informatie geven over bijvoorbeeld politiek en economie.
Slide 9 - Tekstslide
Televisie en radio
Omroepen
Organisaties die via radio, televisie en internet informatie uitzenden naar een groot publiek.
We maken onderscheid tussen commerciële en publiekeomroepen.
Een omroep is geen zender..
Slide 10 - Tekstslide
Commerciële omroepen
Commerciële omroep
Een bedrijf dat als doel heeft om geld te verdienen met zijn uitzendingen.
Belangrijk hierbij zijn de kijk- en luistercijfers.
Kijk- en luistercijfers
Het aantal kijkers of luisteraars van een tv- of radioprogramma.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Serieuzere kranten die uitgebreidere achtergrond-informatie geven over bijvoorbeeld politiek en economie.
A
Kwaliteitskranten
B
Populaire krant
Slide 13 - Quizvraag
Een bedrijf dat als doel heeft om geld te verdienen met zijn uitzendingen.
A
Veronica
B
Publieke omroep
C
Commerciële omroep
D
NPO1
Slide 14 - Quizvraag
H5.3 Nieuws
Wat is nieuws?
Bij de beoordeling van berichten stellen journalisten de volgende vragen:
Gaat het om een actuele gebeurtenis?
Is het een bijzondere gebeurtenis?
Gaat het over belangrijke of bekende personen?
Is de gebeurtenis dichtbij of ver weg?
Is de gebeurtenis interessant voor de doelgroep?
Is de gebeurtenis interessant voor de samenleving?
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Waar of niet?
Goede journalisten houden zich aan een aantal afspraken om ervoor te zorgen dat informatie klopt:
Alle informatie die binnenkomt wordt gecontroleerd.
Ze zorgen voor hoor en wederhoor: als er verschillende partijen betrokken zijn, worden ze allemaal gehoord.
Een journalist laat niet zijn mening blijken.
Journalisten vermelden meestal hun bron.
Slide 17 - Tekstslide
Objectief of subjectief
Of nieuws feiten bevat of vooral meningen, noemen we ook wel objectief en subjectief nieuws. Dit hangt af van of er bronnen zijn geraadpleegd, of er hoor enwederhoor is geweest en of de nieuwsbron vermeld is.