Leesvaardigheid: Feiten, meningen en argumenten (les 1)

Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Zorg voor pen en papier VOORDAT de les begint.
Wacht rustig tot de les begint.
Cosmeticabedrijf Rituals gaat de wereld bevoorraden vanuit Tiel
Rituals, bekend van luxe cosmetica en lifestyleproducten, gaat een zeer groot logistiek distributiecentrum bouwen op bedrijvenpark Medel in Tiel. Vanuit het pand worden goederen de hele wereld over gestuurd.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Zorg voor pen en papier VOORDAT de les begint.
Wacht rustig tot de les begint.
Cosmeticabedrijf Rituals gaat de wereld bevoorraden vanuit Tiel
Rituals, bekend van luxe cosmetica en lifestyleproducten, gaat een zeer groot logistiek distributiecentrum bouwen op bedrijvenpark Medel in Tiel. Vanuit het pand worden goederen de hele wereld over gestuurd.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

Planning 2Basis
Week 
Wat?
21 mei
Filmverslag inleveren.
7 juni
Toets Lezen (paragraaf 6 en 7) en Woordenschat (paragraaf 3 en 4).
21 juni
Toets creatief schrijven (+wwspelling, hoofdletters en interpunctie).

Slide 4 - Tekstslide

Filmverslag
zie document

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Feiten, meningen
en argumenten

Slide 7 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Weet je hoe je het onderwerp van een tekst vindt.
  • Kun je woordraadstrategieen toepassen.
  • Kun je signaalwoorden in de tekst herkennen.
  • Kun je de kernzinnen in de tekst herkennen.

Slide 8 - Tekstslide

SALEVO
Samen lezen
Samen opdrachten maken

timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Je weet wat een feit/mening/argument is.
  • Je kan een feit/mening/argument herkennen.
  • Je kunt bij elk een signaalwoord noemen.

Waarom is dit belangrijk?
  • Feiten en meningen kunnen herkennen in het dagelijks leven.
    > Weten wat ''echt'' is en wanneer een mening "verpakt" wordt als feit.

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijk, omdat...
Feiten en meningen kunnen herkennen in het dagelijks leven.
> Weten wat ''echt'' is en wanneer een mening "verpakt" wordt als feit.

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden


Slide 12 - Tekstslide

Feit
Mening
Er zijn 22 soorten aasgieren
Het heeft al een week niet geregend
Hij komt altijd op de fiets
Dat was een spannende film
Ik vind de zomer veel leuker
Zij vindt friet het allerlekkerst

Slide 13 - Sleepvraag

Mensen kunnen door de oorlog in Oekraïne de hoge gasrekening amper betalen
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 14 - Quizvraag

Alle jongeren zijn lui
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 15 - Quizvraag

Dit weekend was het warmste weekend sinds de metingen.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 16 - Quizvraag

Omdat ik een goed cijfer wil halen, maak ik mijn huiswerk.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 17 - Quizvraag

Even oefenen 
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op. 

  1. Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk. 
  2. Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk! 
  3. Zij vindt het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.


Slide 18 - Tekstslide

Even oefenen (antwoorden)
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op. 

  1. Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk
  2. Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk! 
  3. Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.


Slide 19 - Tekstslide

Feit
Mening
Er zijn 22 soorten aasgieren
Het heeft al een week niet geregend
Hij komt altijd op de fiets
Dat was een spannende film
Ik vind de zomer veel leuker
Zij vindt friet het allerlekkerst

Slide 20 - Sleepvraag

Even oefenen 
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op. 

  1. Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk. 
  2. Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk! 
  3. Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.


Slide 21 - Tekstslide

Even oefenen (antwoorden)
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op. 

  1. Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk
  2. Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk! 
  3. Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.


Slide 22 - Tekstslide

Stelling: Je moet zelf kunnen bepalen wanneer je in het schooljaar op vakantie gaat
  • Denk na over je mening en noem hierbij minimaal 1 argument (1 minuut)
  • Deel jouw mening en argument met buur (1 minuut)
  • Rood (oneens)/groen (eens): Beargumenteer jouw mening
  • Kijktip: Welk argument geeft...? Stel een verdiepende vraag
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk 2Basis
Lezen paragraaf 6, alle opdrachten .

Slide 24 - Tekstslide

Feiten
  • Uitspraak over iets wat waar is of niet
  • Een feit is controleerbaar

Voorbeeld
De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.
> Je kunt controleren of dit waar is. > Zoeken in de krant, op internet.

Slide 25 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een feit

Slide 26 - Open vraag

Meningen
  • Wat iemand ergens van vindt
  • Een mening is niet controleerbaar
  • Je kunt het eens of oneens zijn met een mening
  • Je herkent een mening aan signaalwoorden: 

    Voorbeeld 

     Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen
  • Ik vind dat..
  • Zij/hij vindt dat..
  • Ik ben van mening dat..

Slide 27 - Tekstslide

Argumenten
  • Een argument is een uitleg waarmee je een mening ondersteunt.
  • Je herkent een argument aan signaalwoorden:



    Voorbeeld

    Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zijn met geld omgaan (argument)
  • Want
  • Namelijk
  • Omdat
  1. Ik vind dit, omdat...
  2. Zij vindt dat, want...

Slide 28 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een mening met argument

Slide 29 - Open vraag

5

Slide 30 - Video

00:00
Schrijf een zin op die begint met: 'Ik vind...'

Voorbeeld: Ik vind dat mobieltjes in school verboden moet worden.

Slide 31 - Open vraag

00:21
Noem 3 dingen om vast te stellen of iets een feit is

Slide 32 - Open vraag

00:34
Schrijf een zin op waarin een feit staat.

Slide 33 - Open vraag

00:55
Signaalwoorden voor een mening zijn
A
ik vind, naar mijn mening, dat is zo
B
volgens mij, naar mijn mening, ik denk
C
ik denk, dat is zo, uit het onderzoek blijkt
D
ik verwacht, ik vind, volgens mij

Slide 34 - Quizvraag

01:18
Noem 3 signaalwoorden bij een argument
A
daarom, vanwege, ook
B
maar, echter, toch
C
want, omdat, immers
D
want, en, dus

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk 2Basis
Lezen paragraaf 6, alle opdrachten .

Slide 37 - Tekstslide

Einde LessonUp!
Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 38 - Tekstslide