5.2 De middeleeuwse stad

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer 
- Leerdoel
- 5.2 De Middeleeuwse stad
- Opdracht: ontwerp je eigen stad
- Opdrachten werkboek
- Afsluiting
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer 
- Leerdoel
- 5.2 De Middeleeuwse stad
- Opdracht: ontwerp je eigen stad
- Opdrachten werkboek
- Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van vorige week?

Slide 5 - Tekstslide

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep het icoon van het tijdvak dat bij de 
Late Middeleeuwen hoort naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 6 - Sleepvraag

Zet de iconen en jaartallen op de juiste plek op de tijdlijn
Begin
Eind
|
|
|
1000
500
1500
Monniken en Ridders
Steden en Staten

Slide 7 - Sleepvraag

Zet de onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde!
Verbeteringen in de landbouw
Ontstaan voedseloverschotten
Bevolkingsgroei 
Meer handel
Ontstaan markten
Ontstaan steden

Slide 8 - Sleepvraag

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 9 - Tekstslide


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000
  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat valt je op? Waar ontstaan de eerste steden?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat valt je op? Waar ontstaan andere steden?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je: 

- De sociale lagen in een Middeleeuwse stad benoemen.

- Uitleggen hoe een gilde was georganiseerd.

- Uitleggen hoe mensen hun geld verdienden in de Middeleeuwse stad.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

  Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten.
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Onderlinge afspraken tussen gilden om concurrentie te voorkomen:
  • Werktijden, opleiding, prijs en kwaliteit.
  • Gilde controleerde de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.



Slide 20 - Tekstslide

Van leerling tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.
  • Hiervoor moet je eerst meester worden:

  1. Je begon al erg jong als onbetaalde leerling;
  2. Daarna werd je gezel; knecht
  3. En pas als je meesterproef  (examen) had gedaan kon je meester worden.
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 21 - Tekstslide

Een voorbeeld van een meesterproef.
Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.

Slide 22 - Tekstslide


Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 23 - Tekstslide


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen

Slide 24 - Tekstslide


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 25 - Tekstslide


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 26 - Tekstslide


Wie zaten er in het bestuur van een middeleeuwse stad?
A
Winkeliers
B
Gewone arbeiders
C
Kooplieden
D
Leerlingen

Slide 27 - Quizvraag


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag


Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Zelf een middeleeuwse stad ontwerpen
  • Rond het jaar 1000 ontstonden er steeds meer steden in Europa. In de vroege middeleeuwen waren er heel weinig steden, maar door de opkomst van de handel veranderde dit. 

  • Mensen kwamen bij elkaar om spullen te verkopen en hierdoor gingen mensen bij elkaar wonen. 

  • Jij gaat bij deze opdracht je eigen middeleeuwse stad ontwerpen.

Slide 34 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Maken opdrachten paragraaf 2
Werkboek pagina:  Online
Tekstboek pagina:  Online
Opdracht:  Alle opdrachten
Hoe? In stilte! 
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Lezen paragraaf 3

Slide 35 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je: 

- De sociale lagen in een Middeleeuwse stad benoemen.

- Uitleggen hoe een gilde was georganiseerd.

- Uitleggen hoe mensen hun geld verdienden in de Middeleeuwse stad.

Slide 36 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Maken opdrachten paragraaf 2
Werkboek pagina:  Online
Tekstboek pagina:  Online
Opdracht:  Vanaf opdracht 4


Slide 37 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • ambachten
  • leerling
  • gezel
  • meester
  • meesterproef
  • gilde

Slide 38 - Tekstslide

Waar ontstonden de eerste dorpen/steden?
A
Bij kloosters en burchten
B
Bij rivieren
C
Waar wegen samen komen tot kruispunten
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 39 - Quizvraag

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 40 - Tekstslide

'Stadslucht maakt vrij'
  • Steden zorgden voor meer vrijheden voor de Europese bevolking
  • Dat gold voor bijvoorbeeld de boeren.
  • Vroege Middeleeuwen: boeren weinig vrijheden (horig)
  • Late Middeleeuwen: boeren trekken naar de stad 
  • Boeren waren vrij van hun heer wanneer ze éen jaar en één dag in de stad woonden
  • Waarom is de stad aantekkelijk?: - Geen herendiensten
                                                                             - Geen belasting betalen aan de heer

Slide 41 - Tekstslide

  Wie wonen er in de stad?


  • Inwoners van de stad = Burgerij

  • 1. Rijke kooplieden en belangrijke ambachtslieden.
  • Zaten in het bestuur van de stad (bovenlaag)

  • 2. Winkeliers en ambachtslieden (middenklasse)
  • 3. Gewone (arme) arbeiders
  • 4. Bedelaars en daklozen

Afhankelijk van de kerk en de rijken

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video